Wethouder Kajsa Ollongren heeft haar biezen gepakt en zal voortaan door het leven gaan als minister van Binnenlandse Zaken. Ik vermoed zomaar dat er weinig Amsterdamse centrumbewoners rouwig zullen zijn vanwege het vertrek van Ollongren richting Den Haag. Een ministerpost moet toch als een promotie worden beschouwd, maar waar die promotie op is gebaseerd, is een volstrekt raadsel. In elk geval niet op het voortvarende beleid dat ze tentoon heeft gespreid ten aanzien van de groeiende toeristenoverlast in de Amsterdamse binnenstad.
Toen in maart 2016 duidelijk werd dat ‘Ripley’s Believe it or Not!’, een nieuwe kermisachtige attractie, zich op de Dam zou vestigen die zo’n driehonderdduizend bezoekers per jaar zou gaan trekken, was de voormalige wethouder daar nog zeer over te spreken. Goed voor de lokale economie! Het idee dat het hier qua drukte al ontzettend de spuigaten uitliep was toen nog niet echt ingedaald bij Ollongren.
Een half jaar later leek dat anders. Dat wil zeggen, een beetje. Ze kwam toen met haar eerste maatregel tegen de drukte. De passagiersterminal van de grote cruiseschepen die nu vlakbij het Centraal Station ligt, moest worden verplaatst naar het westelijk havengebied. Dat slaat natuurlijk nergens op want het zijn niet deze mensen die zorgen voor de grote overlast. Het enige was ze fout doen is in enorme groepen door de stad kuieren. Je zult ze echter niet horen schreeuwen of zingen, zien plassen of zich per bierfiets door de stad zien bewegen. En echt, als ze in het westelijk havengebied aanmeren, komen ze ook hier rondwandelen: dan worden ze gewoon per bus aangevoerd. En ook daar zitten we bepaald niet op te wachten, nog meer bussen in de binnenstad. Kortom, een nogal slappe maatregel die helemaal niks oplost.
Wassen neus
Omdat er daarna wat de overlast betreft weinig meer uit de handen van de wethouder kwam greep burgemeester Eberhard van der Laan eind oktober 2016 nogal ruw in. Hij was het geklungel van Ollongren duidelijk zat en zette haar in en raadsvergadering buitenspel. Ze liet de drukte in de binnenstad teveel op z’n beloop vond Van der Laan en dus lanceerde hij zelf maar een paar voorstellen ten aanzien van de spreiding van de toeristen, het hotelbeleid en de toeristenbelasting.
In april 2017 kwam Ollongren dan toch weer in beweging. Met enig ceremonieel werd in de Oude Kerk een convenant ondertekend tussen de gemeente en een aantal touroperators die rondleidingen verzorgen door de buurt. In het convenant werden een aantal gedragsregels afgesproken, waarvan de belangrijkste was dat groepen in principe niet groter zijn dan twintig personen. Ook deze maatregel van de wethouder blijkt vooral een wassen neus te zijn. Nu, meer dan een half jaar later, trekken er nog altijd tal van groepen ongehinderd door de buurt die de limiet van twintig personen, soms zelfs zeer ruim, overschrijden.
Haar laatste wapenfeit tenslotte was de stop op de zogenaamde Nutella-winkels waar de binnenstad inmiddels mee is vol geplempt ten koste van een beetje fatsoenlijke middenstand. Typisch een geval van te laat. Al jaren geleden namelijk liepen bewoners en ondernemers te hoop tegen deze verloedering, maar de wethouder deed niks.
Alles overziend kan er maar één conclusie zijn: slechter kan haast niet. En toch minister worden. Dat is dan wel weer knap.