Het is koud in Nederland. Voor het eerst sinds jaren is de barometer ook overdag onder nul gezakt. Is er iets te merken van de kou op de Wallen?

Eindelijk zijn de grachten dan dichtgevroren, of beter, ze beginnen dicht te vriezen en menig Amsterdammer droomt er al van op de gracht te schaatsen. Het gebeurt niet vaak, maar als het zo ver is, dan is het grote genieten begonnen. Want laten we eerlijk zijn, sloten en weilanden zijn leuk en aardig, maar er gaat natuurlijk niks boven een schaatspartij op de gracht tegen het decor van de Gouden Eeuw.

De Oudezijds Achterburgwal is smaller en vriest eerder dicht dan de Oudezijds Voorburgwal. Op de Voorburgwal is op dinsdag nog geen spatje ijs te zien en op woensdag nog maar voor een deel. Niet dat je op de Oudezijds Achterburgwal zou kunnen schaatsen. Daarvoor is er al veel te veel troep op en in het ijs terechtgekomen.

Iedereen wandelt nu in dikke kleren over het plein. Mutsen, vooral de Amsterdam-mutsen, zijn razend populair. Sommige voorbijgangers verbergen hun gezicht achter een karrenvracht wol. Ze hebben handschoenen aan en dikke bontlaarzen aan de voeten. Voor het eerst zien die aanstellerige oorwarmers er niet aanstellerig uit. De ook in de winter regelmatig opduikende Brit in T-shirt en korte broek is nu in geen velden of wegen te bekennen, want het is nu niet een beetje flauw koud, maar het is echt ijsweer.

Tot mijn stomme verbazing komt er uit het kraantje op het plein nog altijd water. Het putje is wel stijfbevroren. Je zou toch denken dat de kraan moet worden afgesloten omdat de boel anders kapot vriest, maar op één of andere manier lijkt daar geen sprake van te zijn. Een mysterie.

Rilling

Ondanks het vriesweer is het nog altijd behoorlijk druk op de Wallen. Het lijkt veel bezoekers weinig te deren. Ook voor de boombank is er nog altijd genoeg klandizie. Zodra de zon de kop op steekt en een deel van bank verlicht, zit er volk. Er worden pizza’s gegeten, bakken met bami en zakken met friet en niemand lijkt zich om de kou te bekommeren.

Met grote ogen kijk ik naar de schaars geklede dames achter de ramen. Ze zien er, nu iedereen dik is ingepakt, nog naakter uit dan op een zomerse dag. Onwillekeurig trekt er een rilling over je rug als je ze ziet staan. Ik vraag me af wie er onder dit soort omstandigheden zin heeft naar binnen te stappen. Deze temperaturen zijn niet bepaald lustopwekkend. Ook voor die meiden moet het trouwens een hel zijn om zo’n kouwe kerel van dienst te zijn.

Woensdagmorgen vroeg blijkt het te hebben gesneeuwd en lijkt een droom definitief uiteen te spatten. De schaatspartij op de gracht lijkt, met nog twee dagen vorst in het verschiet, nu ineens mijlenver weg, want onder een laag sneeuw gedijt het ijs niet echt.

Een laatste blik op het weerbericht leert dat het zaterdag toch echt gaat dooien in Amsterdam. We blijven optimistisch, maar ook dit jaar lijkt een schaatspartij op de gracht tegen het decor van de Gouden Eeuw ijdele hoop.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.