Het is 26 mei 1578. Weinigen zullen zich op die dag hebben gerealiseerd dat de gebeurtenissen die toen plaatsvonden in Amsterdam van zo groot belang waren dat er anno 2018 nog steeds over wordt gesproken als de belangrijkste datum in de geschiedenis van de hoofdstad.

Op die bijzondere 26 mei namelijk zetten de calvinistische inwoners bijgestaan door geuzen de Dam af. Het katholieke bestuur van de stad wordt uit het stadhuis gehaald en op schepen gezet die klaarliggen aan het Damrak. Vandaar varen ze de stad uit.

Vanaf dat moment wordt Amsterdam bestuurd door de calvinisten en wordt alles wat katholiek is verboden. Kloosters, kapellen en kerken krijgen een andere bestemming. Al op 28 mei 1578, nota bene twee dagen na de calvinistische coup, wordt de eerste gereformeerde eredienst gehouden in de Oude Kerk en mogen de katholieken hun geloof niet meer belijden. Dat wil zeggen: het mag niet meer openlijk. Want dit is natuurlijk wel de tolerantste stad van Holland en dat betekende ook toen al, dat het wel mocht, als niemand het maar zag.

Zo verschenen er in de jaren na 1578 allengs meer en meer schuilkerken in de stad. Op een gegeven moment waren het er zelfs tachtig. De mooiste, en één van de weinige die nog bestaat, is Ons’ Lieve Heer op Solder, dat, onzichtbaar voor het gewone oog, verstopt is in een gebouw aan de Oudezijds Voorburgwal.

Beerput

Aan de buitenkant ziet dit grachtenpand, dat ooit eigendom was van de katholieke koopman Jan Hartman, er uit als een heel gewoon huis. Dat is het met uitzondering van de zolderverdieping ook. Daar is een complete kerk gevestigd inclusief altaar en orgel. Behalve op de – krakende – vloer is aan beide zijden, en maar liefst twee verdiepingen hoog, een balustrade te vinden waar de kerkgangers ook een plekje konden vinden om de mis bij te wonen. En kunnen vinden, want elke eerste zondag van de maand wordt er nog altijd een zogenaamde soldermis gehouden.

Nu, tijdens de kerstdagen, staat her en der een kerststal. In de grootste die wel een paar vierkante meter beslaat, ligt Jezus in het midden tussen knielende volwassenen. Hij wordt daardoor wel een erg pedant ventje, die duidelijk niet gehinderd wordt door enig gebrek aan zelfvertrouwen.

Behalve de kerk is ook het huis van de welgestelde koopman en zijn gezin absoluut de moeite van een bezoek waard. Het is grotendeels nog in originele staat, hoewel het onontkoombaar is dat er hier en daar wat details zijn veranderd. Zo is in de keuken een kraan te vinden, niet erg waarschijnlijk in het tijdperk van de waterpomp.

Maar een kniesoor die daar op let. De aankleding van de kamers, de bedstee, de vondsten uit de beerput; ze zijn een lust voor het oog. En er is nog veel meer dat de bezoeker een prima idee geeft hoe de notabelen leefden. Want dat moet je je wel realiseren: de overgrote meerderheid van de bevolking in de zeventiende eeuw had het een stuk minder breed.

Ga met die gedachte naar Ons’ Lieve Heer op Solder, en geniet van deze parel op de Wallen.

Dit is de laatste Uitkijkpost van dit jaar. In januari 2019 zijn we weer terug.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.