De stad verandert snel. Dat blijkt als je na een verblijf van een paar weken elders terugkomt.

Het geheel gerenoveerde orgel in de Oude Kerk is ondertussen officieel in gebruik genomen en de vuilnisbakken voor de deur in die spuuglelijke kleur groen zijn vervangen door meer bij de omgeving passende grijze bakken. Maar de belangrijkste verandering is wel dat restaurant Anna is verdwenen en is vervangen door Franky’s Steakhouse Sports. Wat dat laatste betreft: alleen de naam zegt eigenlijk al voldoende. Inderdaad hoogwaardige horeca is hier ingeruild voor een laagwaardige variant waarvan er in deze buurt al 682 bestaan, bij wijze van spreken. Hoe het kan dat restaurant Anna, ooit door Johannes van Dam beloont met een 10- , is vervangen door een ordinaire hamburgertent ga ik nog uitzoeken, maar het past wel in de nieuwe trend ten aanzien van deze buurt.

Al eerder sneuvelde Mr B. die met het aanbod van rubberen en leren kleding en aanverwante artikelen weliswaar niet mijn spullen verkocht maar in z’n genre wel een kwaliteitswinkel was. Er voor in de plaats kwam een helverlichte ordinaire snoeptent van Jamin waar er al één van was een stukje verderop in de Warmoesstraat.

Ook Spar vestigde zich hier in wat nota bene ooit het politiebureau was. Alleen is deze Spar geen normale Spar maar een in vermomming gestoken mini-supermarkt. De twee stronkjes broccoli die er staan dienen uitsluitend ter decoratie. Ondanks het voornemen van de de gemeente geen ruimte meer te bieden op de Wallen aan dit soort winkels, zijn er altijd wel slimmeriken die er via een zijweggetje toch weer in slagen een dergelijke tent te openen.

Emergo

Dit is een somber verhaal omdat het niet goed gaat met de buurt. Niet alleen verschraalt het winkelaanbod alsmaar verder, we worden ook overspoeld door de goedkope soort toerist: de brallende Britten, de gierende meisjes die hun hen party vieren en de provincialen die de stegen onder pissen.

Natuurlijk zijn er allerlei borden opgehangen dat er geen alcohol mag worden gedronken en dat je je rotzooi in de vuilnisbak moet gooien. O ja, en je mag geen foto’s maken van de prostituees. Maar ja, borden ophangen is één ding; handhaven is een tweede. Dat laatste gebeurt dus amper, noch door de politie, noch door de afdeling handhaving. Dat laatste clubje lijkt er vooral genoegen in te scheppen arme sodemieters die alleen zijn het leven zo zuur mogelijk te maken. Zodra zich een serieus probleem aandient zijn ze weg.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over het andere probleem van deze buurt en waarvan zo keurig verslag werd gedaan door de projectgroep Emergo in hun rapport met de titel: “De gezamenlijke aanpak van de zware (georganiseerde) misdaad in het hart van Amsterdam”. Dat rapport verscheen in 2011. Sindsdien nooit meer iets van vernomen.

Zoals gezegd: het is een somber verhaal, waarin de overheid al tientallen jaren lang zo’n beetje alles in deze buurt op z’n beloop laat in plaats van krachtig en volhardend in te grijpen om de zaak weer onder controle te krijgen. In zo’n situatie zijn er altijd wel mannetjes die hun slag slaan waardoor de stad verandert. Maar wel verandert op een manier die beslist niet als vooruitgang is te beschouwen.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.