Zelden zijn de Wallen zo mooi geweest als nu. Door de leegte en de lente is het voor het eerst mogelijk om uitgebreid te genieten van de pracht en praal van het oudste deel van de stad.

Zeker, je moet wel door je oogharen kijken om alle platte reclamezooi weg te filteren, maar dan heb je ook wat. Steeds meer Amsterdammers komen, zij het aarzelend, voor het eerst na lange tijd weer een kijkje nemen in de buurt. Fotografen die met een statief zeulen zijn geen zeldzaamheid, en hier en daar posteert zich zelfs een schilder om de schoonheid vast te leggen.

Maar de leegte en de rust heeft natuurlijk ook een duistere keerzijde: vrijwel de hele buurt ligt vanuit economisch perspectief gezien op apegapen. Dat duurt nu al bijna zeven weken en moet niet al te lang meer duren, want dan zal er een ‘bijna onherstelbare kaalslag’ plaatsvinden, zegt de Ondernemersvereniging Amsterdam City, die ook opkomt voor de belangen van Kalverstraat en Nieuwendijk. Volgens de ondernemersvereniging staan er zeker vijftigduizend banen op het spel. Daarom moet de gemeente wat doen aan de hoge huren, zullen straten tot terrasgebied moet worden omgetoverd en Amsterdam weer moeten worden gepromoot want de (binnen)stad is daar zeer van afhankelijk. Om eens wat te noemen.

Inmiddels hebben de Bijenkorf en een aantal andere winkels de poorten weer geopend. Ze zijn door alle anderhalvemeter-maatregelen een stuk lastiger te betreden, maar er kan weer worden geshopt. Anders ligt dat bij de horeca. Die zit nog altijd potdicht en het is maar de vraag of daar verandering in komt na 20 mei.

Hutje

Toch zal er iets moeten gebeuren op niet al te lange termijn en dat betekent per definitie dat er weer bezoekers moeten komen naar de Amsterdamse binnenstad, want zonder bezoekers is overleven onmogelijk. Daar hoort ook reuring bij: per slot van rekening wonen we hier niet in een hutje op de hei.

Niemand zit echter te wachten op een terugkeer van de golven dronken Britten die de buurt overspoelen en de onafzienbare hordes goedkope lawaaimakers en pretzoekers. De stad is ook veel te mooi zoals nu duidelijker blijkt dan ooit om over te laten aan het soort publiek dat geen enkel oog heeft voor de schoonheid en schatten van deze prachtstad.

Het is dan ook nu het moment om eens flink na te denken over wat we dan precies terug willen hebben, daar goeie plannen voor te maken en er geld voor te reserveren. Dat besef schijnt ook te zijn doorgedrongen tot de Stopera. Fractievoorzitter van D66 Reinier van Dantzig – zelf eigenaar van een horecazaak op de Nes – vindt dat er snel een ‘reanimatieplan’ moet komen voor de binnenstad zoals hij op AT5 zegt. Daarbij moet er in eerste instantie worden gemikt op het opnieuw binnentrekken van de Amsterdammers in de binnenstad. Daarnaast spreekt hij zich uit voor het binnenhalen van ‘hoogwaardige bezoekers’.

Dat is precies waar het om gaat en wat we willen hebben hier: hoogwaardige bezoekers. Jammer natuurlijk dat de rust die nu heerst onherroepelijk voorbij zal gaan. Maar een “Deltaplan Binnenstad” is wel bittere noodzaak om opnieuw reuring te krijgen. Maar dan wel reuring van niveau graag.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.

Mijn gekozen waardering € -