Het is altijd hetzelfde verhaal: het idyllische leven is te vinden op het platteland. Het zal wel, maar mijn natuurlijke habitat is toch de stad.

Boeren en buitenlui proberen me regelmatig jaloers te maken met hun verhalen over wonen tussen de koeien. Ze vertellen me over de rust die er heerst op het platteland. Het enige dat je er hoort zijn de fluitende vogels en af en toe het geblaat van een schaap. De peppels langs de landweg fluisteren er hun verhaal en wie goed oplet kan de kikkers horen kwaken. Met een beetje geluk heb je een tuin voor en een tuin achter het huis. Je proeft het genot van eigen geteelde sla en sperziebonen. Je leeft dicht bij de natuur en je bent veel meer dan in de stad bewust van het ritme van de seizoenen.

Ook het menselijk leven is er anders. De buren groeten je en als je eens om iets verlegen zit, kun je rustig aankloppen bij de nabijgelegen boerderij. Men neemt er nog de tijd om af en toe een praatje te maken en in de dorpskroeg is het elke avond gezelligheid troef. De kinderen fietsen met elkaar naar school in de grote stad en het verenigingsleven, van voetbal- tot klaverjasclub, bruist. En elk jaar in augustus wordt het hoogtepunt van het dorpsleven gevierd met een jaarmarkt.

Het verkeer is bedaard en in het hele dorp en de wijde omgeving is geen stoplicht te bekennen. Men neemt er nog de fatsoensnormen in acht en je krijgt er wel eens zomaar voorrang terwijl je dat niet eens hebt. Je hebt er nog de ruimte, het gaat er allemaal een stuk gemoedelijker aan toen en bovendien is er domweg minder verkeer op het platteland.

Rugzak

Ach ja, tot zover het beeld, dat natuurlijk maar zeer ten dele klopt. In dit soort verhalen blijft de mestgeur die dagenlang blijft hangen en de voorbij daverende tractoren immer onvermeld. Net als de kerkelijke benauwdheid, de moordende sociale controle en de onderlinge vetes die vaak op meerdere generaties teruggaan. Niks idylle.

Maar zelfs als de idylle zou kloppen dan nog ben ik na meer dan vijftig jaar Amsterdam tot de conclusie gekomen dat ik meer een stadsmens ben dan een plattelander. Ik hou van reuring voor de deur, de bieb dichtbij en de bios om de hoek. De boekwinkels waar ik in en uit kan lopen. De tentoonstelling die ik kan zien en die vaak drie straten verder te vinden is. De grote verscheidenheid aan mensen en de beat van de stad die ik elke dag weer ervaar.

Het Oudekerksplein voelt als mijn natuurlijke habitat. Ook hier fluiten de merels, zitten de reigers langs de gracht en is het met het nabuurschap prima gesteld. Bovendien heb ik weinig last van verkeer voor de deur. Dat mag allemaal ook wel eens een keer worden gezegd.

De eerlijk gebiedt me echter ook te vertellen dat ik soms intens verlang naar ruimte en rust. Dan ga ik op pad. Echt op pad. Naar Noorwegen, Schotland. Rugzak met tent op m’n nek. De echte natuur in waar ik soms dagenlang niemand tegenkom. Heerlijk. Want ik ben ook een buitenmens en ik mis de bomen die ruim twee jaar geleden tijdens de storm zijn gesneuveld, nog elke dag.

Maar verder ben ik domweg gelukkig op het Oudekerksplein. Want heus, ook hier kan ik af en toe genieten van een prachtige zonsopkomst.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.

Mijn gekozen waardering € -