Er is veel te chagrijnen over de afgelopen week. Niet zo moeilijk natuurlijk in deze buurt. Nee, het is bepaald geen uitputtend verslag vanuit de urban jungle. Ik volsta met een paar voorvallen. Maar uiteindelijk gebeurde er, het moet gezegd, toch ook iets aardigs.

Zondagavond werden we zeker een uur lang getrakteerd op levende saxofoonmuziek. Het was muziek in het genre, slepend, beslist niet meeslepend. Traag, zeurderig en ronduit slijmerig is een betere kwalificatie. Het ging maar door; er leek geen eind aan te komen. Ik zag de muzikant niet, hoorde hem of haar wel luid en duidelijk.

Muziek maken in deze buurt is verboden. Waarom? Omdat je er als bewoner knettergek van wordt. Vandaar de vraag: hoe is het in godsnaam mogelijk dat deze persoon zo lang ongestoord z’n gang kon gaan? Waarvoor zijn die handhavers dan? Is er geen politie? Het komt regelmatig voor dat ik dagenlang geen agent zie bij mij voor de deur, laat staan een handhaver, dus zo verrast was ik nu ook weer niet. Maar toch, het blijft een vreemde gewaarwording. En jawel, u raadt het al: de volgende dag was het weer raak. Toen was het echter na een half uur gedaan met het getoeter.

Nog diezelfde dag werd de buurt getrakteerd op een enorme groep toeristen, zeker zo’n vijftig personen, die zonder microfoon door een gids werden toegesproken. Toegeschreeuwd is een adequatere omschrijving. Met een groep toeristen door de buurt lopen mag niet trouwens, maar dat laat onverlet dat er geregeld kleine of grotere groepen opduiken hier op het Oudekerksplein. Vaak ook met dezelfde gids. Hoe kan dat?

De volgende morgen werden de putten in de buurt schoongemaakt. Dat ging gepaard met een hels kabaal van een loeiende generator. Het moet gezegd: er kwam een enorme hoeveelheid troep uit de putten tot en met, uiteraard lege, portemonnees aan toe. Gelukkig was deze herrie van korte duur.

Vermakelijk

Diezelfde dag waren er buren – de daders liggen altijd op het kerkhof – die zo vriendelijk waren geweest een compleet bankstel aan de dijk te zetten zonder de gemeente te verwittigen. Vuil trekt vuil aan. Inderdaad, dat klopt. Voor het avond was stond er ook al een tv bij en lagen er een paar tapijten en vuilniszakken. Vrijdagmorgen was alles weg. Dankzij een melding?

Woensdag opnieuw veel herrie van een generator. Ook was er weer een immense groep. Dit keer Spanjaarden. Zonder microfoon vijftig mensen beschreeuwen is ook geen sinecure.

Donderdag was ik grotendeels weg en heb ik niks opgeschreven.

Vrijdagmorgen was er dan eindelijk iets aardigs te melden. Toen ik ‘s morgens een broodje ging halen bij bakkerij Brood op de Zeedijk zag ik tot mijn stomme verbazing een enorme hoeveelheid jongeren die in de Stormsteeg bivakkeerden. Ook op de brug zaten ze. En, alsof dat niet genoeg was, liep de rij door tot op de Geldersekade.

Jawel, ze kwamen niet alleen uit Utrecht en Groningen, maar ook uit Frankrijk en Italië. Waarom ze daar zaten? Om een paar nieuwe schoentjes te kopen van het merk Patta. Limited edition. Gemaakt in samenwerking met Nike begreep ik. Te koop op vrijdag 26 augustus vanaf één uur. De eerste liefhebbers zaten er al vanaf donderdag 25 augustus elf uur. De Utrechters die op de brug zaten waren nummer 125 en 126 vertelden ze me. En nee, zeiden de Fransen die verder vooraan zaten, die kun je niet in Frankrijk kopen.

Vermakelijk, vindt deze boomer, die zich absoluut niet kan voorstellen dat-ie ooit iets dergelijks zou doen. Voor een paar schoenen! ‘Knettergek; lekker belangrijk’, appte mijn zusje. Ook een boomer.

Een jongere zus, geen boomer, appte daarentegen: ‘Ik vind ze wel vet hoor. Ga jij voor mij in de rij staan? Maat 37!’

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.

Mijn gekozen waardering € -