Toen het dinsdagavond tegen een uur of zes opeens toch heel even flink begon te plenzen, was het plotsklaps rustig in de buurt. Na wekenlange droogte in combinatie met overvloedige zonneschijn leek het toeristenseizoen namelijk al enige weken geleden van start te zijn gegaan.
Terwijl het nog maar maart was waren de straten, stegen en grachten al overvol. Met name op vrijdag, zaterdag en een deel van de zondag struikelde je over de mensen en was er al regelmatig geen doorkomen meer aan.
Ook afgelopen weekend was het prijs: schitterend weer en her en der ook nog een festiviteit zoals het Straat vol kunst op de Wallen-festival en het Lentefestival. Op die laatste twee feestelijkheden was overigens weinig aan te merken qua overlast; integendeel het was een leuke afsluiting van het sombere winterseizoen en een plesante opening van de meer zomerse tijden die nu op aanbreken staan.
Maar in hetzelfde weekend leek ook het grote gedrang te beginnen. Giga groepen van soms wel honderd personen posteerden zich voor Belle en trokken verder de buurt in, niet gehinderd door wie dan ook, laat staan Handhaving. Heel en half dronken Britten popten opeens weer op in het straatbeeld, alsof ze nooit waren weggeweest. De verkleedkast inclusief bananenpakken en grote lullenstukken was ook weer open gerukt en de Paternostersteeg was niet alleen doordrenkt met de geur van mensenstront maar riekte van begin tot eind ook nog eens naar het goudgele vocht dat ooit naar binnen was gegoten als bier. Het was alsof je door het riool liep.
Vertruttingsdood
In wat nog altijd datzelfde weekend was, werd er ook een gezamenlijk protest georganiseerd door de horeca die vond dat hen zeer tekort wordt gedaan door alle regels van de gemeente. Ze krijgen te weinig de ruimte om te ondernemen en Amsterdam is volgens de horeca-ondernemers en hun sympathisanten de vertruttingsdood nabij. Kortom, ze eisen onder meer extra speelruimte qua openingstijden en terrasreuring. Met andere woorden: Geef mij maar Amsterdam terug!
Als echter overtuigend werd aangetoond dat de balans tussen wonen en entertainment totaal zoek was in deze buurt was het wel datzelfde zonovergoten weekend. In die zin had de boze horeca beter een ander, kouder en regenachtiger zaterdag kunnen uitzoeken voor hun protest. Het was dan een stuk geloofwaardiger geweest dat vooral zij aan het kortste eind trekken in deze buurt en niet de duizenden bewoners die nog altijd regelmatig knettergek worden van de kermistoestanden voor hun deur.
Na de korte regenval van dinsdagavond zes uur duurde het overigens niet al te lang voor de reuring weer op het oude niveau was. Al snel waren er weer grote aantallen mensen op straat. Het enige verschil met de afgelopen dagen was dat ze nu een jas aan hadden en een paraplu bij zich droegen.
Met de paasdagen voor de deur die ook niet al te beroerd lijken uit te pakken qua weer, kunnen we onze borst weer natmaken, zoveel is zeker.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in ongeveer vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.