Half november werd bekend dat straatmuzikanten niet langer welkom waren in deze buurt. Te vaak en te veel No woman no cry had er voor gezorgd dat er nu definitief een einde aan het musiceren op straat zou worden gemaakt. Het was over en uit met alle getokkel, gezang en getoeter.

In de krantenartikelen die her en der over dit nieuwe beleid verschenen, bleef het tijdstip waarop het verbod op de muziekmakerij zou ingaan onvermeld. De woordvoerder van stadsdeel Centrum zocht het uit en meldde op 24 november per mail dat er vanaf 1 december geen muziek meer mocht worden gemaakt op straat.

Nog dezelfde dag werd op de website van de gemeente een keurig kaartje gepubliceerd met daarop aangegeven het gebied waar het verbod van kracht zou zijn. Naast Kalverstraat, Leidsestraat en Utrechtsestraat waar al van oudsher een verbod gold, was nu ook het hele Wallengebied aangegeven als muziekantvrije zone. Hiep hiep hoera!

De verrassing was groot toen een dag later het kaartje van de website bleek te zijn verdwenen. Het was werkelijk nergens meer te vinden. Wat was hier aan de hand?

Een paar telefoontjes naar het stadhuis leverde het volgende verhaal op. Het kaartje was er afgehaald omdat er nog geen officieel besluit was genomen. De gemeenteraad en de burgemeester waren niet ingelicht en dat moest eerst gebeuren. Dat zou, nam ik aan, ook betekenen dat het verbod niet op 1 december van kracht zou zijn. Dat nu was niet het geval: bij hoog en bij laag hield men vol dat het verbod nog steeds op 1 december werd ingevoerd.

“Verboden”

Uitermate vreemd natuurlijk. Want terwijl het tijdstip van invoering hetzelfde bleef – 1 december – was het gebied waarvoor het muziekverbod gold ‘onbekend’.

Toen begin december gitarist, mondharmonicaspeler en zanger John – aardige jongen overigens – zich meldde op het plein dacht ik: ach, laat ik hem eens vertellen dat hier geen muziek meer mag worden gemaakt. Grijnzend diepte hij zijn telefoon op uit z’n zak en liet me de plattegrond zien waarop stond aangegeven waar dat verboden was. Daarop ontbrak uiteraard het Wallengebied en stond ik met m’n mond vol tanden. Hij had er overigens alle begrip voor en stopte z’n gitaar onmiddellijk in z’n koffer.

Vervolgens maar eens een mailtje gestuurd naar de wijkagent. Hoe zit het nu eigenlijk met dat muziekverbod? Zijn antwoord: ‘We gaan pas handhaven als alles door de Burgemeester en diverse belanghebbenden is afgeregeld. Het komt eraan, nog even geduld. Aanspreken doe ik (en jij) al wel, maar handhaven is ons vooralsnog “verboden”. Gevraagd om hier even mee te wachten.’

Kortom, er is een muziekverbod van kracht, maar officieel weet niemand waar dat het geval is. En ondanks het feit dat het verboden is, wordt het in ieder geval voorlopig wel getolereerd. En dus wordt er her en der op de Wallen en ook op het Oudekerksplein als vanouds gemusiceerd. Niemand die dat tegenhoudt.

Ja ja, zo gaat dat in bestuurlijk Nederland. Daar is eigenlijk maar één woord op van toepassing: knoeiwerk.