De tweede lockdown trekt een verwoestend spoor door de buurt terwijl er amper perspectief is. Waar zal dit eindigen?

Op de Wallen is er geen enkele twijfel over de vraag of we van een tweede lockdown kunnen spreken of niet. Die tweede afgrendeling is sinds dinsdag 29 september een feit. Vanaf dat moment mochten de cafés en restaurants na negen uur geen nieuwe gasten meer ontvangen en moesten ze om tien uur hun deuren sluiten. Toen een paar dagen later ook het bericht kwam dat vrijwel heel Nederland door onze zuider- en oosterburen op code rood was gezet, was de afgrendeling compleet.

Inmiddels zijn er in de buurt tal van winkels, kroegen en eetgelegenheden die niet eens meer de moeite nemen om hun deuren te openen. Het heeft ook weinig zin, want er is amper klandizie. Waarom zou je een terras uitzetten als er toch niemand gaat zitten? (Dat er bedrijven zijn die permanent gesloten zijn is niet altijd erg overigens. Net zomin als het erg is dat er bedrijven zijn die nog nooit open zijn geweest. Want die heb je ook).

Tijdens de eerste afgrendeling van 15 maart tot 1 juni was de sfeer toch anders. Alles was dan wel dicht en ook toen liep er geen kip op straat, maar er was een perspectief. Na 1 juni zou alles weer op gang komen. Er werd geboord, getimmerd en gezaagd. Eindelijk werd er gewerkt aan die verbouwing die al jaren op zich liet wachten. Steigers werden opgetrokken om panden van een nieuw verfje te voorzien. Bewoners maakten mooie gazonnetjes rond de bomen op de gracht. Er werd gepicknickt, gevoetbald en gebokst. Bovendien stond de zomer voor de deur. Het zou wel niet zo worden als vroeger, maar er hing toch optimisme in de lucht.

Verkruimelen

Hoe anders is het nu. De herfst laat zich van z’n herfstige kant zien, de regen klettert tegen de ramen en de winter is in aantocht en dat betekent donker en kou. Verwarmingselementen op het terras helpen wel een beetje, maar echt behaaglijk wordt het natuurlijk niet. Binnen is ook amper vertier met een kroeg die is ingericht op anderhalve meter afstand. De sfeer is weg, de gein, de pret, het ongecompliceerde samenzijn, finito.

De verbouwingen zijn gedaan en alles is al tien keer opgeruimd. Ondernemers en hun personeel turen nu uren achtereen verveeld uit het raam zonder dat er ook maar één klant opduikt. Het sacherijn slaat toe, niemand lijkt ergens meer zin in te hebben. Als je jarenlang aan een zaak hebt gewerkt, er je ziel en zaligheid in hebt gestopt is en je ziet het langzaam onder je handen verkruimelen zonder dat je er wat aan kunt doen, dan word je op een gegeven moment vanzelf moedeloos.

Het resultaat is dat er een grauwsluier over de Wallen hangt. Het is alom matheid wat de klok slaat, de sjeu is er uit. Het perspectief is weg, want wie weet hoe lang dit allemaal nog gaat duren.

Het is geen vrolijk verhaal maar ik vrees dat het de realiteit is en voor velen zal het geen luctor et emergo worden maar domweg verzuipen. Waar zal dit eindigen?

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.

Mijn gekozen waardering € -