De zogenaamde beperkte lockdown drukt een zwaar stempel op de buurt. Ondertussen lijkt het statiegeld op plastic flesjes een onvoorzien neveneffect te hebben en wordt het steeds moeilijker tussen alle obstakels door je huis te bereiken.
Het was nog even wennen zaterdagavond, maar nu is het weer zo ver: het is doodstil op straat op een enkele luidruchtige toon na. De good old lockdown is terug. Dat wil zeggen: na achten als de horeca dicht is daalt er opnieuw een gelukzalige rust neer op de Wallen. Er is na dit tijdstip niks meer te doen in de buurt; ook de dames hebben er de brui aan gegeven zo lijkt het wel. De eenden kwaken weer dat het een lieve lust is en een enkele verdwaalde toerist die toch al had geboekt, schuifelt vertwijfeld langs de donkere ramen. Geen kroeg is meer open, overal zijn de lichten gedoofd. Het is donker en troosteloos op een paar zaken na waar ze via een open pui allerlei rotzooi verkopen. Maar dat accentueert alleen maar de treurige duisternis. Vooralsnog zal deze zogenaamde ‘beperkte’ lockdown drie weken duren, maar wie gelooft daar nog in? Wie zegt ons dat het niet tot volgend voorjaar zal zijn?
Ondertussen wordt de buurt geteisterd door een nieuwe plaag: de plastic flesjes-verzamelaars. Sinds er op 1 juli statiegeld op deze flesjes is gezet, zijn ze actief. Ze komen geregeld langs en hebben zich kennelijk toegang verschaft tot de vuilnisbakken met een bijpassende sleutel. Dat lijkt een uiterst eenvoudig type sleutel te zijn. Het is niet moeilijk daarmee een vuilnisbak te openen en de plastic flesjes er tussen uit te graaien. Dat wil zeggen: meestal is het geen probleem, maar geregeld ligt de inhoud van een groot deel van de vuilnisbak op straat. Bovendien worden ze lang niet altijd weer afgesloten en ook dat helpt niet mee om de straat schoon te houden. En de meeuwen tenslotte zijn niet te beroerd de rest voor hun rekening te nemen. Misschien is het een idee om er een wat geavanceerder slot op te zetten. Kost geld, maar ja, is er een alternatief?
Brommergespuis
Tot slot een paar woorden over de terrassen die zich almaar lijken uit te breiden. Natuurlijk is de horeca ernstig in de knel geraakt door de coronacrisis en ook nu lijken de kroegen en eettenten het eerste slachtoffer te worden van de nieuwe zogenaamde beperkte lockdown. (Wat zijn het toch een fantastische woordgoochelaars daar in Den Haag, maar dit terzijde.) Dus enige speelruimte is de horeca gegund. En die hebben ze ook gekregen.
Ondertussen echter wordt het met de alsmaar groeiende drukte op sommige plekken steeds moeilijker om je van A naar B te begeven. Een goed voorbeeld is de Warmoesstraat waar de stoep op veel plekken is bezet door terrasstoelen en -tafels. De rest van de straat is gebombardeerd tot zogenaamde shared space. Maar als je er als voetganger niet vreselijk goed uitkijkt, word je, voordat je er erg in hebt, omver gerost door boodschappendiensten, e-bikes en ander brommergespuis. Als dan ook nog allerlei leveranciers op de stoep parkeren ben je je leven al helemaal niet meer zeker.
Al met al gaat lijkt de verrommeling van de Wallen steeds verder voort te schrijden, lockdown of niet.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.