Twee ontwikkelingen die zich voordeden tijdens mijn afwezigheid de afgelopen drie maanden steken met kop en schouder boven de rest uit: de plannen van de wethouder Binnenstad Sofyan Mbarki en het verdwijnen van het buurtkrantje, d’Oude Binnenstad.

Om met het eerste te beginnen: In de Visie Bezoekerseconomie 2035 van de wethouder wordt gezegd: ‘Er moeten simpelweg minder bezoekers naar Amsterdam komen.’ Jazeker, helemaal mee eens. Maar dat niet alleen, er moet ook een ander soort bezoekers komen. Of je die doelstellingen haalt met het instellen van een blowverbod in de openbare ruimte (wie gaat dat handhaven by the way) of het vervroegen van de sluitingstijden van de horeca en de raamprostitutie, waag ik zeer te betwijfelen. Het is allemaal al eens eerder gezegd en eerder geopperd, maar het zet onvoldoende zoden aan de dijk. Het is de spreekwoordelijke oude wijn in nieuwe zakken. Het is allemaal te weinig en te laat. Het is niet meer dan zoals het ergens wordt omschreven als een “handvol halve maatregelen”. Het is niet radicaal genoeg zeker omdat Amsterdam nu eenmaal het imago heeft van de stad waar alles kan en mag en daar kom je niet zo één, twee, drie vanaf. Zelfs in een land als Chili, toch niet echt naast de deur, vind je “reclame” voor onze hoofdstad. Nee, inderdaad niet voor Van Gogh of het Rijksmuseum. En ja, waar hebben we het over? 2035. Dat is nogal een eindje weg en het betekent in elk geval dat we hier in de buurt vooralsnog jaar na jaar volop kunnen genieten van de brallers, zuipers, pissers en ander uitschot en schorriemorrie.

Peper

Dan de buurtkrant. Eens gevreesd omdat het ‘de boven ons gestelden’ zoals een oud-redactielid het altijd placht uit te drukken, deed sidderen en beven, was de krant de laatste tijd verworden tot een slap theekransje die geen enkele bestuurder angst meer aanjoeg. In die zin is het niet zo erg dat die krant verdwijnt: het was al lang niet meer het instrument waarmee misstanden in de buurt werden blootgelegd en de autoriteiten peper in hun achterste werd gestopt. De krant was een tam reservaat geworden, een publicatie waarin de scherpe taal werd weggesneden ten faveure van ambtelijk holle bolle Gijs-jargon zonder werkelijke inhoud of betekenis. Een krant ook waarin de kool en de geit werd gespaard en duidelijke keuzes uit de weg werden gegaan. Het was inderdaad zoals het zich in het laatste nummer presenteerde, een kroniek geworden in plaats van een actiekrant.

Maar een krant is per definitie natuurlijk wel een krachtig instrument waarmee je voortdurend aan de bel kunt trekken om de bestuurders en ambtenarij wakker en bij de les te houden. Papier is nu eenmaal minder vluchtig en veel minder snel weg te moffelen dan de wel vluchtige wereld van digitaal. Het is bovendien een medium dat huis-aan-huis in de buurt wordt verspreid, en ook daardoor moeilijker te negeren.

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.

Mijn gekozen waardering € -

Dat instrument is nu definitief ter ziele. Spijtig deze teloorgang. Een groot verlies voor de buurt.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.