Wat bracht hem tot zijn daad? En waarom juist daar? En waarom op dat moment? In zijn huid kruipen kan niet, en wat er zich heeft afgespeeld in de uren voor zijn dood, niemand die het weet, maar de wanhoop moet groot zijn geweest. Was hij zo eenzaam dat niemand, maar dan ook helemaal niemand hem miste? Wie was hij eigenlijk?
Zestien jaar geleden, op zaterdag 9 april, kwam er een bouwvakker de steiger oplopen van de Oude Turfmarkt 129 toen hij iets verschrikkelijks ontdekte. Het pand, niet ver van rederij Kooij en recht tegenover het oude V&D-gebouw, werd in die tijd in opdracht van de Universiteit van Amsterdam verbouwd. Nu is er de afdeling Bijzondere Collecties gevestigd. ‘De Bijzondere Collecties omvatten het erfgoed van de Universiteit van Amsterdam. De ruim duizend deelcollecties bestaan uit zeldzame en kostbare boeken, manuscripten, prenten, foto’s en nog meer’, staat er enigszins plechtstatig op de site van de UvA.
Er was kennelijk haast geboden bij de renovatie omdat er zelfs op zaterdag werd gewerkt. Die 9de april om kwart over elf was het vooral de schrik die regeerde op de Oude Turfmarkt toen de man werd ontdekt die in de liftschacht aan een nylonkoord bungelde. De politie werd er snel bij gehaald. Eén van de twee agenten was nog niet eens van politieschool af en ze herinnert zich dat de bouwvakker die de man ontdekte, in shock was. Zelf liet het haar ook niet onberoerd: het was de eerste keer dat ze werd geconfronteerd met een persoon die zich had opgehangen.
Er werd nog wel een ambulance bij geroepen, maar het was al snel duidelijk dat het slachtoffer niet meer leefde. De medewerkers van de GG&GD concludeerden dat hij ongeveer zes à zeven uur geleden was overleden, iets dat later door de schouwarts werd bevestigd.
Midden in de nacht, het moet nog donker zijn geweest, moet hij het pand zijn binnengegaan. ‘Enige bewaking was niet aanwezig’, was de droge constatering van de politie in het proces-verbaal. Niemand die hem de steiger op had zien klimmen.
Rood
Al snel was duidelijk dat hier geen sprake was geweest van een misdrijf. Zelfdoding: de man had zich opgehangen. Hij was tussen de 35 en veertig jaar oud zo was de schatting en hij was gemiddeld groot, één meter tachtig. Hij had een grijs jack aan ‘merk Lorenzo’, een blauwe spijkerbroek, ‘merk Big Star’, een overhemd ‘merk Rider’, met daaronder een blauw T-shirt, ‘merk Flipper’ en bruine schoenen. Zijn gebit was in niet al te beste staat. Het meest opvallend aan de Oude Turfmarkt-man was echter de kleur van zijn haar: dat was rood, Ook was hij voorzien van een snor en een klein baardje en ook die waren rood.
Hij moet bewust op dit einde hebben aangestuurd, hoe anders is het te verklaren dat hij niets in zijn zakken had: geen identiteitsbewijs, geen geld, geen sleutels, helemaal niks. Ook een afscheidsbrief werd niet op hem gevonden. Er was geen enkel aanknopingspunt.
In de dagen na zijn dood meldde zich niemand bij de politie die hem miste. In elk geval niet bij de politie in Nederland. Had hij hier geen familie, geen vrienden? Kwam hij uit het buitenland wellicht? Hoe lang was hij dan al in Nederland? Duizenden vragen waren er, maar de antwoorden bleven uit.
Uiteindelijk werd hij op 2 juni begraven op de begraafplaats St. Barbara, waar de politie de onbekende doden een waardige rustplaats geeft. Hagar Peeters had een gedicht voor hem gemaakt dat door F. Starik werd voorgelezen.
Hij werd gevonden in een liftschacht/ op de Oude Turfmarkt. Daar was hij bezig/ in het luchtledige te hangen,/ misschien weifelde hij nog/ welke kant hij op wou gaan./ Er is voor hem gekozen;/ hij ging omlaag.
Interpol
Onze Oude Turfmarkt-man was één van de meer dan honderd ongeïdentificeerden in Amsterdam sinds 2011. Inmiddels hebben 35 van hen een identiteit, een eigen geschiedenis gekregen. Daar behoort onze Oude Turfmarkt-man niet bij. Zijn DNA en vingerafdrukken zijn al lang doorgegeven aan de internationale databank van Interpol waar 194 landen bij zijn aangesloten.
Een paar keer is er aandacht voor hem geweest in tv-programma’s als Ter Plaatse en Opsporing Verzocht, maar dat leverde tot op heden niks op. Drie keer kwam er een tip binnen. Nee, niet uit Schotland of Ierland waar de grootste percentages roodharigen woont, maar uit Polen. En van een Pool die in Italië woonde. Uiteindelijk bleek het niet te leiden tot een oplossing van het raadsel.
De politie heeft alles uitgezocht wat er uit te zoeken is en nu zit er niks anders op dan wachten. Hoe langer het duurt hoe kleiner de kans wordt dat hij nog ooit een naam krijgt.
Vragen zijn er nog altijd: heel veel vragen. Was het wel een Pool? Hoe alleen voelde hij zich op die vroege morgen in april? Is hij de steiger pas opgeklommen toen hij zeker wist dat niemand hem zag? Had hij deze plek al eerder uitgekozen of kwam hij er toevallig langs? Waarom maakte hij een einde aan zijn leven op zo’n anonieme plek? Hoe lang was hij dit al van plan? Wat voor leven heeft hij geleid? Wie was hij, onze Oude Turfmarkt-man?
De Turfmarkt-man is te vinden op de site van de politie onder het kopje niet-geïdentificeerde personen:
https://www.politie.nl/gezocht-en-vermist
Met dank aan Carina van Leeuwen en Nel Schep van het Cold Case team Amsterdam en hun collega Ilona Klaassen.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland. Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.