Wie met Jos Otten afspreekt bij het Barbizonhotel op de Prins Hendrikkade tegenover het Centraal Station om met hem het gerenoveerde Waaggebouw op de Nieuwmarkt te inspecteren, en met name het hoofd van Hippocrates te bekijken, is voorlopig nog niet op de eindbestemming gearriveerd.
Jos Otten is voorzitter van de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen en op de route via de Zeedijk naar de Waag moeten we herhaaldelijk een stop inlassen. Zijn enthousiasme is groot, ook nogal dwingend eerlijk gezegd, maar de hoeveelheid kennis waar hij over beschikt is werkelijk fenomenaal. Hoewel er volgens zijn schatting ongeveer honderd gevelstenen op de Wallen zijn, lijken die zich nu allemaal op de Zeedijk te bevinden.
Dat is natuurlijk niet zo, maar hoewel ik al talloze malen over de Zeedijk heb gewandeld, blijkt nu toch dat ik heel veel niet heb gezien of begrepen. Bijvoorbeeld dat het opschrift Spes Altera Vitae op de St. Olofskapel, een middeleeuwse kapel op de kop van de Zeedijk, een verkeerde vertaling is van het oorspronkelijke 'Hoop doet leven'. Nu staat er: 'Er is een andere hoop op leven'. Of dat de leeuwenkop met een ring in zijn bek die zich bevindt op het pand aan de Oudezijds Kolk, hoek Zeedijk, – ooit gezien? – een hijsbalk is. Maar wel één van kunststof. 'Een echte nepper dus', aldus Otten, die werkelijk alles lijkt te weten van gevelstenen en meer.
Rembrandt
Zo zie en leer je veel in een kwartiertje wandelen met Jos Otten over de Zeedijk, terwijl het toch echt alleen ging om het Waaggebouw op de Nieuwmarkt. Dat het nieuw gerenoveerde deel van het gebouw er zo smetteloos uitziet, stoort hem niet. 'Dat is over een paar jaar wel bijgetrokken en dan ziet het er weer net zo uit als de rest.' Waar hij zich wel aan ergert is dat er een stukje uit de gevelsteen is verdwenen waarin het jaartal 1488 te herkennen is. Dan vloekt hij hardop. Dat doet hij ook als je het woord andreaskruisen in de mond neemt die in het wapen van Amsterdam zouden zitten. Vinnig: 'Dat zijn geen andreaskruisen. Die zijn 60 bij 120 graden. De kruisen in het wapen van Amsterdam zijn gewone kruisen. Niks meer en niks minder.'
Na een uitleg over de ingang van het St. Lucas Gilde, waar ook Rembrandt elk jaar zijn lidmaatschapspenning moest ophalen, Bentheimer zandsteen en Gobertange – een heel ander soort steen –, komen we dan toch aan bij het doel van onze tocht: de kop van Hippocrates boven het poortje waar een paar keer per jaar de chirurgijns naar binnen gingen om lijken te ontleden. 'Hippocrates was de grondlegger van de moderne geneeskunde. Zijn hoofd is eind 17e eeuw boven de ingang geplaatst. Maar het hoofd was honderd jaar lang foetsie: niemand weet wat ermee is gebeurd. Op grond van tekeningen heeft de Amersfoortse beeldhouwer Ton Mooy het gereconstrueerd. Gefinancierd door de stichting Heijmeijer van Heemstede. En nu weer herplaatst. Mooi hè.' Eindelijk is het hoge woord eruit en zijn we dan toch op de plaats van bestemming geraakt.