Het is onmiskenbaar januari. De kerstboom, drie of vier weken geleden nog zo liefdevol in huis gehaald, heeft afgedaan en ligt inmiddels als oud vuil op straat. Stille Nacht is definitief passé. Alhoewel? Voor de Wallen beginnen de stille nachten nu pas echt.
Januari is traditioneel de rustigste maand op de Wallen. Het is al lang niet meer zoals vroeger toen de buurt weer even voor de buurtbewoners was, maar na de steeds drukker wordende kerstdagen is het wel een verademing. Even een korte pauze nadat de kerstdrukte voorbij is en voordat de grote stromen weer beginnen.
Met name tussen kerst en oud en nieuw wordt de buurt tegenwoordig overspoeld door jonge Fransen, vooral van het mannelijke geslacht. Waarom ze juist dan komen is me niet duidelijk, maar ze zijn er. En in grote getale. Ze komen niet met de trein maar lijken een voorkeur te hebben voor de auto. Daarmee rijden ze tot vervelends toe rondjes door de buurt. Want ja, het is echt waar, grote delen van deze buurt kun je ondanks de enorme hoeveelheid voetgangers nog gewoon per auto doorkruisen. En dat doen onze Franse vrienden dan ook graag.
Als ze het eenmaal zat zijn gaat het grote parkeren beginnen. Het liefst in de buurt. Daarbij worden invalidenparkeerplaatsen of parkeerplaatsen die bestemd zijn voor elektrische auto’s, deeltijdauto’s en vrachtwagens niet ontzien. Werkelijk overal staan auto’s met Franse nummerborden en er wordt tot mijn spijt maar weinig gedaan om deze overlast te bestrijden.
Reuring
Op het moment dat ik dit stukje tik is het dinsdag 7 januari in de middag. Ik kijk een paar minuten uit het raam en vraag me af of het echt wel zoveel rustiger is. Het is nog niet eens weekend en toch lopen er alweer tientallen mensen tegelijk op het plein. Op de tweede dag van wat toch de eerste werkweek in het nieuwe jaar zou moeten zijn.
Maar ach, het is te overzien en een beetje reuring voor de deur, daar hou ik wel van. Tenslotte was dat één van de redenen waarom ik me hier alweer meer dan twintig jaar geleden vestigde. Omdat er altijd wel leven in de brouwerij is, omdat het hier nooit een saaie boel is.
Uitgestorven is het hier namelijk vrijwel nooit. Maar toch, soms, heel soms is het plein echt leeg. En met leeg bedoel ik dat er echt helemaal niemand te zien is. Dat is overigens zelden het geval. Op elk tijdstip van de dag of nacht loopt er wel iemand langs. Gehaast. Of juist niet. Lieden die stilstaan, weer doorlopen en terugkomen. Of iemand die zich eerst met gezwinde spoed voortbeweegt om zich vervolgens vijf minuten vrijwel bewegingsloos tegen een pui aan te vleien. Wat de voorbijganger beweegt om snel of langzaam te lopen? Waarom iemand op maandagmorgen om kwart voor vijf vier keer op mijn netvlies verschijnt, het is me een raadsel.
Zelf keer ik op dat tijdstip meestal als de wiedeweerga terug naar m’n warme bedje. Het zijn toch de stilste nachten van het jaar nietwaar en daar moet optimaal van worden geprofiteerd.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland. Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.