Het is volgende maand precies vierhonderd jaar geleden dat één van de grootste componisten, zo niet dé grootste componist van Nederland, is overleden. Dat wordt herdacht met tentoonstellingen en concerten. Vrijwel zijn hele leven werkte en woonde hij in deze buurt.

Jan Pieterszoon Sweelinck werd in mei 1562 geboren in Deventer, maar samen met zijn ouders verkaste hij twee jaar later al naar Amsterdam waar zijn vader organist werd van de Sint Nicolaaskerk, tegenwoordig beter bekend als de Oude Kerk. Kortom, zijn muzikale talenten had hij niet van een vreemde en het is ook zeer waarschijnlijk – edoch niet voor honderd procent zeker – dat hij bij zijn vader in de leer is geweest tot diens dood in 1573.

Hoewel het godshuis in mei 1578 van de ene op de andere dag werd overgenomen door de protestanten die er al vijf dagen later een eerste protestantse dienst hielden, bleef Sweelinck verbonden aan de Oude Kerk als vaste organist. Hij speelde echter niet meer tijdens de dienst, wel ervoor en erna omdat hij vermoedelijk nooit is overgegaan tot het protestantisme. Hij was dan ook niet in dienst van de kerk, maar van de gemeente. Vaak speelde hij voor de buitenlandse gasten van de stad en bij openbare orgelbespelingen.

Zijn muzikale reputatie reikte tot ver over de landsgrenzen. Vooral onder jonge Duitse musici had hij veel gezag. Ook gerenommeerde Engelse musici als Peter Philips en John Bull zochten hem op in Amsterdam. Van Sweelinck zijn meer dan zeventig composities voor orgel en klavecimbel overgeleverd en in 2010 kwam er een doos met zeventien cd’s uit met zijn muziek die in de Oude Kerk persoonlijk werd aangeboden aan toen nog koningin Beatrix.

Geeltje

Behalve componist, organist, klavecinist, muziekpedagoog, muziekorganisator en ensembleleider gold hij ook als een groot deskundige op het gebied van de orgelbouw. Hij adviseerde alom in den lande over dit instrument, van Enkhuizen tot Rotterdam en van Haarlem tot Rhenen.

Vermeldenswaard is dat Sweelinck het als enige componist in Nederland tot een bankbiljet schopte. Hij prijkte op het (rode) briefje van 25 gulden dat overigens een geeltje werd genoemd; een streng ogende man met grote snor en baard, uitgegeven door de Nederlandsche Bank op 10 februari 1971.

Ook kreeg hij in 1935 zijn eigen postzegel: dit keer was de waarde iets lager namelijk 12,5 cent.

De componist en organist werkte én woonde het grootste deel van zijn leven in deze buurt, in de Koestraat op nummer 15. Op het naastgelegen pand op nummer 13 is een naambordje bevestigd met zijn beeltenis.

Sweelinck overleed na een kort ziekbed op 16 oktober 1621. Vanzelfsprekend ligt hij begraven in de Oude Kerk. Joost van den Vondel, die om de hoek woonde in de Warmoesstraat, schreef speciaal voor hem het volgende grafschrift:

Dits Sweelinck’s sterfelyk deel, ten troost ons nagebleven
t Ontsterfelyk hout de maet by Godt in ’t eeuwig leven
Daer streckt hy, meer dan hier omvatten ons gehoor
Een goddlycke galm in aller Enghlen oor.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.

Mijn gekozen waardering € -