Uitkijkpost de Wallen (274): Wat vindt u?

Enquêtes; de gemeente is er dol op. De laatste gaat over de binnenstad. Wat wij daarvan vinden.

De gemeente is benieuwd naar wat wij vinden van de binnenstad. Wij is in dit verband: alle Amsterdammers, ook zij die in andere stadsdelen wonen. Goed, we zijn per slot van rekening allemaal Amsterdammers nietwaar.

De binnenstad wordt gedefinieerd als: alles binnen de ring Mauritskade, Stadhouderskade, Nassaukade. Dat is nogal een uitgebreid gebied en bovendien zeer divers. Waar denkt u aan bij de binnenstad? De Jordaan? Of toch de Plantagebuurt? De Nieuwe Spiegelstraat wellicht. Of de Laagte Kadijk? Hoe kun je daar in hemelsnaam algemene uitspraken over doen?

De problemen met het invullen van de enquête beginnen dan ook vrijwel direct. De eerste twee vragen zijn geen probleem maar dan. ‘Stel dat u het voor het zeggen had, wat zou u de gemeente dan als eerste laten aanpakken in de binnenstad?’ Ik weet het wel, maar ja, ik woon en werk dan ook niet in de Nieuwmarkt of bij de Negen Straatjes. Laat staan dat ik in de Bijlmer woon of op de Javastraat.

Het punt is natuurlijk dat het belangrijk is wat in dit verband onder de binnenstad wordt verstaan. Als je nooit op de Wallen komt of in De Jordaan, maar wel in de Kalverstraat kan ik me voorstellen dat er heel andere antwoorden uitrollen. Maar wat zijn die dan waard?

Reuring

Enfin, stel ik vul in: bestrijding overlast. Dan kom ik bij de volgende vraag alweer in de problemen. Daar staat namelijk: ‘In welke categorie past uw antwoord op de vorige vraag het best?’ Dan volgt er een menu met dertien mogelijkheden, waarvan je er slechts één kunt aanvinken. Ik kom er onder andere tegen ‘mensen ontmoeten’, ‘werk’, ‘horeca’, maar geen leefbaarheid. Dus vul ik ‘anders’ in. Waarmee ik beland op de pagina ‘Ik kom graag in de binnenstad’. Tja, ik woon en werk er, dus of ik graag in de binnenstad kom? Rare vraag.

Ik moet een rapportcijfer invullen. Een 10 zeg ik. Of dat zal stijgen? Lijkt me onmogelijk. Vervolgens komt de vraag: ‘Hoe belangrijk is het onderwerp van de stelling voor u?’ De verwarring slaat nu echt toe. Ik raak verstrikt tussen het groen van de binnenstad, spreek al dan niet graag af in de binnenstad en: vind ik dat reuring en drukte bij de binnenstad horen? Tja. Hoeveel reuring bedoelt u? ‘Bezoekers uit binnen- en buitenland leveren een positieve bijdrage aan de binnenstad.’ Soms wel, soms niet, denk ik. Maar dat antwoord kan ik nergens kwijt.

Als ik lees: ‘Welk woord beschrijft het karakter van de binnenstad het best volgens u? Graag antwoorden in één woord’, (oeps!) denk ik toch aan het eind van het onderzoek te zijn beland. Fout. Er komen nog vragen over winkels, horeca, de mix van wonen en werken, openbare ruimte, de schoonheid van de stad en meer.

Ik ben dan al lang gestopt met antwoorden. Het is mij veel te veel en bovendien kan ik met die ja/nee-antwoorden m’n ei niet kwijt. Enige nuance aanbrengen is onmogelijk. Ik geloof dan ook niet zo in dit soort anonieme en random onderzoeken. En wat je dan met de resultaten moet? Geen idee.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.