Het is elke zomer raak en ook dit jaar is geen uitzondering. Er vertonen zich dan in het voorjaar één of meerdere nieuwe gezichten op het Oudekerksplein die het hele seizoen blijven hangen. Het jaar daarop lijken ze van de aardbodem verdwenen, althans, ik zie ze nooit meer terug. Maar er komt onherroepelijk een nieuwe gek voor in de plaats.
Een paar jaar geleden hadden we een zeer vervelend sujet op het plein. De man in kwestie – het gaat altijd om een kerel – was constant dronken en hij had een afgeragde gitaar bij zich. Daar “speelde” hij voortdurend op. Het was vaak niet te harden. Hij kwam ergens in mei en verdween pas na gigantische regenbuien in september. De hele zomer zat hij te tokkelen, terwijl hij er vaak ook nog eens luidkeels bij ging zingen. Bovendien viel hij voortdurend mensen lastig. Hij greep naar hun tas, liep achter ze aan of deed plotselinge schijnaanvallen. Na de waterhoos in het najaar heb ik hem tot mijn grote opluchting nooit meer gezien.
Maar de vreugde was van korte duur. De zomer daarop hadden we er weer een nieuw exemplaar die tevoorschijn was gekropen uit de grote toverdoos die de Wallen heet. Ook hij viel mensen lastig, bedelde opzichtig maar nooit als er agenten of handhavers in de buurt waren. Hij stonk een uur in de wind en nam gerust de halve boombank in beslag. Niemand wilde natuurlijk naast hem zitten, maar dat kon ook niet want hij bevond zich vooral in een horizontale positie op de bank omgeven door plastic tassen en andere rotzooi.
Scheepstoeter
Ook dit jaar lijkt zich de nieuwe zomergek te hebben aangediend die zich elke dag urenlang ophoudt op het plein. Ik zag hem de eerste keer bij het Centraal Station, fiets in de ene hand, de fles whisky in de andere. Het was nog ochtend en de fles was al tot de helft geledigd. Zijn hoofd was bedekt met een rode steek. Al spoedig ontdekte ik dat hij een soort scheepstoeter op zijn fiets heeft die hij regelmatig tevoorschijn haalt en waarmee hij zijn aanwezigheid onderstreept. Ook hij valt mensen lastig door ze ongevraagd te omhelzen. Hij kiest daarvoor wel altijd een alleenstaande vrouw uit. Deed hij het maar eens bij een forse kerel die er niet van gediend is, denk ik bij mezelf. Daarnaast vindt hij het bijzonder grappig om mensen met een waterpistool nat te spuiten.
Oom Agent en Oom Handhaving hebben op verzoek van de buurvrouw aan de overkant die een winkel probeert te runnen al een aantal keren geprobeerd hem weg te krijgen. Tevergeefs. Lastig zijn is kennelijk geen misdrijf. Het is om hoorndol van te worden, zeker nu hij van plan is hier de nacht door te brengen.
Tijdens één van die nachten had hij een matras het plein opgesleept en had hij zich comfortabel genesteld voor de deur van de winkel. Vijf handhavers waren er voor nodig om hem weg te krijgen. Hij nam er alle tijd voor en geen van de handhavers durfde hem echt te benaderen. Na een half uur was hij verdwenen. Een uur later was hij weer terug en stonden er vier agenten, waarvan twee te paard, om hem heen. Maar ook zij slaagden er niet in hem heel lang weg te houden van het plein.
Ik ben bang dat hij onze nieuwe zomergast zal blijken te zijn.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.