Het handhaven van de orde in de buurt wordt niet gezien als een exclusieve taak van de overheid, maar als iets waar de bewoners op zijn minst medeverantwoordelijk voor zijn.

Sinds kort is er op de Wallen een buurthuis annex informatiecentrum. Te vinden in de Lange Niezel op nummer 27. Als het goed is wordt dit het koppend hart van de actie “I live here”, waar ik al eerder over schreef en het toen “We live here” noemde. Foutje. Het is een campagne waarbij er op een aantal ramen en deuren in de buurt portretten worden getoond van de mensen die er wonen met daarbij de kreet “I live here”. Naast “Enjoy & Respect”, een campagne op vooral sociale media waarmee Amsterdam duidelijk wil maken dat niet alles mag op de Wallen, is dit het tweede front waarbij de aanval wordt geopend op de schreeuwende, pissende en vervuilende overlastgevers die de buurt in grote getale doorkruisen.

Mooi en prachtig allemaal maar of het echt zoden aan de dijk zal zetten, is de vraag. Ik hoop dat ik ongelijk zal krijgen, maar vermoed dat dat niet het geval zal zijn, al was het alleen maar omdat er toch amper wordt gehandhaafd.

Wat dat betreft was de “Brief van de dag” in het Parool van zaterdag 6 juni duidelijk genoeg. Een bewoner van de Zeedijk beschrijft daarin wat hij zoal voor zijn kiezen krijgt, met name tijdens de weekenden. Hij schrijft onder andere: ‘Met hun supermarktbiertje lopen honderden dronken toeristen schreeuwend en zingend door de buurt. Een tikkende tijdbom. En de verwachting is dat het aantal toeristen nog gaat verdubbelen.’ Ook hij roept uiteraard op tot meer handhaving.

Bewoners

Wat speciaal is aan de campagne ”I live here” is dat, geheel in lijn met het beleid van de gemeente, de bewoners er zelf voor moeten zorgen dat de campagne van de grond komt. Het handhaven van de orde in de buurt wordt niet langer gezien als een exclusieve taak van de overheid, maar als iets waar de bewoners op zijn minst medeverantwoordelijk voor zijn. In ruil daarvoor krijgen de bewoners op de eerste verdieping van Niezel 27 een ‘gratis’ ruimte voor activiteiten van bewoners uit de buurt, aldus een schrijven van de gemeente. ‘Dit informatiecentrum/buurthuis is dus net als de boodschap “I live here” van, door en voor bewoners. Het kan alleen bestaan bij voldoende concrete inzet uit de buurt’, zo vervolgt de brief. Voor de goede orde moet nog worden vermeld dat het hier gaat om en tijdelijke ruimte.

Als je je aanmeldt om als vrijwilliger actief te worden in het nieuwe informatiecentrum/buurthuis krijg je een vergoeding: ‘max. 4,50 euro per uur’. Een fooi dus, net genoeg voor de aankoop van wat kattenbrokjes. Ik neem aan dat geen enkele ambtenaar op het stadhuis voor dit tarief zelfs maar het knopje van de computer indrukt om het apparaat op te starten.

Enfin, het aardige van dit project is natuurlijk ook dat bij mislukking de schuld in de schoenen van de bewoners kan worden geschoven. De overheid heeft toch z’n best gedaan? Want ja, als de buurtbewoners niet meewerken, wat wil je dan nog meer?

De volgende aflevering van de Uitkijkpost verschijnt op 18 juli.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.