Iedereen kent inmiddels de verhalen over de drukte en alle ellende die dat met zich meebrengt op de Wallen. Dan is de vraag: verhuizen of blijven? Een tijdje geleden vroeg ik wat buurtgenoten waarom ze bleven. Of juist vertrokken.

Wanda Nikkels woonde zeventien jaar in de Heintje Hoeksteeg. Toen was ze het zat en verhuisde ze naar een buurgemeente. ‘Sinds er een hek is bij de ingang van de steeg, is de steeg een stuk leefbaarder geworden. Maar de hele buurt is hetzelfde gebleven: druk, druk, druk. Een tsunami van toeristen die de hele openbare ruimte overnemen. Op een gegeven moment was het zo ver gekomen dat ik zaterdagmorgen voor tien uur boodschappen deed en dan het hele weekend m’n huis niet meer uitkwam.’

Het was zoals ze zegt een aaneenschakeling van incidenten die bij haar de doorslag gaf. ‘Ik kon m’n huis niet meer uit omdat er een club kerels boerengolf aan het spelen was. Mijn dochter is een paar keer van de fiets getrokken door een gids. Ankerpunten als bakkerij De Waal verdwenen. Het is een buurt waar het leven is uitgewrongen.’ Zou ze nog terug willen? ‘Nee! Nooit!’

Tokie Kemp woont sinds vier maanden in de Oude Kennissteeg, waar ze ging samenwonen met haar vriend Willem-Jan van Loon. Beiden jong, nog geen dertig, vinden ze het het geregeld wel te druk, maar ze blijven enthousiast over de buurt. Kemp: ‘Je hebt hier een mooie visboer op de Zeedijk, een echte slager. Restaurant Mata Hari. Speciale winkeltjes als de Upcycle Store vind ik leuk.’ Van Loon, die al tien jaar op verschillende plekken in de buurt woont vult aan: ‘Het is misschien een cliché, maar ‘s morgens vroeg is de buurt op z’n mooist. Het is dan nog leeg. Al die meeuwen die over de gracht scheren! En wat ik ook heel fijn vind is dat je hier vlakbij het Centraal Station woont.’ Kemp: ‘Ik voel me door die mensenmassa nooit eenzaam. Trots op de vrijheid van Nederland die je hier in deze buurt toch sterk voelt, ben ik ook.’

Dekplanken

‘Ik woon hier prachtig, maar als er een goed alternatief voorbijkomt ben ik weg.’ Teun Hubar die sinds 1990 op de Oudezijds Voorburgwal woont wil zeker in de stad blijven wonen, maar wil weg van “de hotspot” zoals hij het noemt. Deze zomer werd er een buurman van z’n fiets geslagen door beschonken lui. ‘Hij was bewusteloos. Ondertussen stonden twee Engelse meiden hem uit te lachen.’ Hij heeft er geen zin meer in om iedere keer te bedenken welke route hij zal nemen naar huis. ‘Het wangedrag van het publiek op straat ben ik zat. Ze komen hier om zich te misdragen. Het is echt een pretpark geworden.’

Buurtverlater Martin Gerssen, tot april 2017 woonachtig in de Enge Kerksteeg, waar hij acht jaar woonde, had ook zijn buik vol van de drukte. ‘Het geschreeuw van de dealers die mensen de steeg intrekken en beroven. Vooral de herrie ‘s nachts heeft de doorslag gegeven om te vertrekken.’ Hij woont nu een buurt verderop. ‘Ik ben blij dat ik die stap heb gezet. Ik kan je verzekeren: de rust hier went erg snel.’

Blijver Liesbeth Stam (75) op de vraag of ze het leuk vindt in de oude binnenstad: ‘Nou en of!’ Ze woonde samen met haar echtgenoot Peter Rynja (81) al eerder in Amsterdam, maar gingen vanwege de kinderen naar het rustige Abcoude. Acht jaar geleden kochten ze hun huidige huis op de Nieuwezijds Achterburgwal. Waarom het hier zo leuk is? Stam: ‘Omdat hier van alles door elkaar woont. En natuurlijk omdat Amsterdam hier is begonnen.’ Rynja: ‘De vloer van de beletage is gemaakt van de dekplanken van oude VOC-schepen. Historie in je eigen huis!’

Zij: ‘We wilden ook een buurt met een echt buurtgevoel. Dat vind je hier optimaal.’ Hij: ‘Ik heb allerlei voorzieningen direct om de hoek: de Stopera, de bibliotheek, Arti, waar ik lid van ben, leuke kroegjes. En we wonen heerlijk aan het water.’ Zij: ‘Ik heb Amsterdam enorm gemist en ben blij dat ik weer terug ben.’

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.