De leegte na het sluiten van de Wallen lijkt heel voorzichtig plaats te maken voor nieuwe activiteiten. De openbare ruimte komt weer in handen van de bewoners. Maar voor hoe lang weet niemand. En wat daarna?

Opeens is alles anders op het Oudekerksplein. Het is schier onvoorstelbaar, maar dit schreef ik nog geen drie weken geleden: ‘Tot slot dan toch ook maar een woord over corona. De paniek en angst leidt er toe dat er minder mensen op stap gaan. Ook in Amsterdam komen minder bezoekers. In deze buurt is daar nog niet echt veel van te merken. Misschien zal er de komende weken wat minder volk zijn, maar ik vermoed dat het snel gedaan is met de rust zodra duidelijk wordt dat het virus onder controle is. Dan gaan we weer, als vanouds, roerige tijden tegemoet.’

Toen gingen op 15 maart om 18:00 uur de kroegen, coffeeshops, sekstenten en ramen helemaal op slot. Van het één op het andere moment was alle reuring die er nog was verdwenen. Niets bewoog meer, iedereen leek zich te hebben verstopt.

Inmiddels lijkt het al een eeuwigheid geleden dat hier grote en luidruchtige groepen rondslingerden door de buurt. Het is nauwelijks meer voorstelbaar hoe het ooit was. Ik moet er al bijna oude foto’s bij pakken om mezelf te overtuigen dat er echt hele kuddes over het plein trokken.

Hongerdood

Nu de derde week van de bijna totale afgrendeling is ingaan begint zich langzamerhand een ander leven te manifesteren op het Oudekerksplein. De lege ruimte die plotseling is ontstaan wordt opnieuw ingevuld. Kinderen zijn aan het touwtjespringen, jongens spelen een potje voetbal en vlakbij de enige boom die nog op het plein staat voert een jonge vrouw met bokshandschoenen een schijngevecht. Voor het eerst ook zijn de joggers zichtbaar. Zijn die er anders ook of alleen nu omdat de sportschool dicht is? Een jong gezin heeft midden op het plein de stoelen uitgeklapt en geniet in het zonnetje van koffie met een broodje.

Is het ooit gebeurd dat ik medebewoners met elkaar heb horen praten onder mijn raam? De buurt is weer van ons net zoals vroeger, zegt er één en hij lacht. Het klopt, want ja, wat heb je hier als niet-buurtbewoner nu nog te zoeken? Er is hier net zo veel of beter, net zo weinig, te doen als overal elders. De eerste grappen doen ook al de ronde. Zoals bijvoorbeeld over de eenden die een langzame hongerdood tegemoet gaan nu er geen toerist meer is die ze voert.

Straatfeestje

De zwervers die altijd over Wallen kuieren, sommigen al jarenlang, zijn voor het eerst echt zichtbaar geworden. Ze gaat niet langer schuil in de grote massa. De meesten zijn oké, maar een enkeling schreeuwt urenlang de hele buurt bij elkaar. De politieagenten die erop afkomen praten wat met hem, maar laten hem verder met rust. Een enkele dakloze beklaagt zich erover dat hij niemand meer een euro kan aftroggelen.

De grote vrachtwagens van de toeleveranciers die in de morgen altijd het plein vullen, zijn er niet meer. Er is simpelweg niets meer om aan te leveren. Alleen een paar klussende bouwvakkers en installateurs parkeren er nog. Hun productiviteit lijkt alleen maar te zijn toegenomen nu hun middagwandeling langs de dames achterwege blijft.

Er begint zich kortom nieuw leven te manifesteren op het plein. Ik ben heel benieuwd wat er aanstaande zondag gaat gebeuren als de voorspelde temperaturen van twintig graden realiteit worden. Blijft iedereen dan binnen? Krijgen we een klein straatfeestje met de buurtbewoners?

Tot hoe lang zal de huidige situatie duren? Niemand die dat nu nog weet. De BBC sprak zondag over een lockdown tot oktober. Dan zijn de bloembakken met tulpen die nu op het plein staan allang weer verdwenen, dat is zeker. Maar verder is alles onzeker.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.

Mijn gekozen waardering € -