De Oudezijds Achterburgwal, de Nieuwmarkt, de Warmoesstraat of het Oudekerksplein: iedereen weet ze te vinden en iedereen heeft het er altijd over. Maar de Beursstraat? Zelden vind je deze straat terug in de annalen van de binnenstad. Waarom is dat zo?
Alleen tussen 2000 en 2016 toen het politiebureau er zat, viel de naam Beursstraat nog wel eens. Dat hielp even, maar dat bureau vergaarde nooit de roem van bureau Warmoesstraat. En dus bleef de Beursstraat een obscuur achterafstraatje. Zo’n niks straatje.
Op internet schopt de straat het ook al niet veel verder dan een flinterdun Wikipedia-paginaatje, waar twee foto’s bij staan: één van café Heffer, dat nota bene officieel is gevestigd in de Oudebrugsteeg en één van het Beursplein. Zijn er geen foto’s van de Beursstraat? Wie toch verder zoekt op internet krijgt alleen nog maar wat ouwe berichten over het bureau dat vijf jaar geleden is verhuisd naar de Nieuwezijds Voorburgwal.
De Beursstraat is natuurlijk ook een geamputeerde straat, want hij liep ooit door tot de Dam. De Bijenkorf en de parkeergarage slokten dit deel van de straat op, waardoor hij werd gehalveerd en er slechts een armetierig stukje overbleef dat verstopt zat achter de Beurs van Berlage. Zelfs het huidige Beursplein pikt een stukje Beursstraat in. Pas tien meter in de straat begint hij echt want daar zit het straatnaambordje op de muur geschroefd.
En wat zien we dan? Een bijgebouw van de beurs die nu is gevestigd op het plein op nummer 5, een beauty clinic, een rommelig meidenstudentenhuis waar de was voor de ramen hangt. Dan volgt de Paternostersteeg waar het op de hoek altijd een vuilnisbelt is; bankstellen, koelkasten, vuilniszakken. Een steeg ook die altijd stinkt naar pies en poep.
Lichtblauwe ankers
Het oude politiebureau is tegenwoordig een modern appartementencomplex, daarnaast nog meer appartementen en coffeeshop Babylon. Dan een hotel? Nog meer appartementen? En de enige schoonheid aan de oneven zijde: een prachtig gedecoreerde halsgevel. De rest is hotels met een fantasieloos uiterlijk en al even fantasieloze namen als Hotel Ben, Hotel City Centre en Hotel Ben Centre: plekken om te overnachten en die net zo goed in Berlijn of Bangkok hadden kunnen staan. Volgt nog een hotel-bar, Frisco Inn, een mysterieus pand met drie toegangsdeuren waar alle gordijnen stijf gesloten zijn en de glazen entree van Amsterdam Sportsbar. Op de hoek tot slot Accijnshuis Heffer, waar best wat over te vertellen is, maar ja, dat is al Oudebrugsteeg.
De even zijde van de straat bestaat uit slechts één nummer: nummer 2. In het midden van de achterkant van de Beurs van Berlage bevindt zich een ingang met een prachtig gekrulde deurklink. Omdat de Beurs de hele even zijde van de straat beslaat is er verder helemaal niks te doen. Er wordt af en toe wat gelost en geladen, maar dat is het dan wel.
Toch valt er voor wie nauwkeuriger kijkt aan deze kant van de straat eigenlijk veel meer te beleven dan aan de oneven zijde. Berlage heeft de schoonheid van zijn aandelenpaleis niet gereserveerd voor de voorkant. Kijk eens naar de constructies die aan de dakrand boven de regenpijpen zijn gebouwd! Of let eens op de omlijsting van de raamkozijnen! De ankers in het gebouw zijn fel lichtblauw, daar moet je van houden, maar het is wel de kleur die de architect zelf heeft uitgekozen.
Maar dan hebben we het over de beurs en allang niet meer over de Beursstraat, dat straatje van niks dat nooit wordt genoemd, waar niemand komt en dat alleen maar wordt gebruikt als doorgaande route voor taxi’s. Och, arme Beursstraat.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland. Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.