Was corona niet meer dan een kleine rimpeling in het bestaan van de pretfabriek die De Wallen heet? Het heeft er alle schijn van.
Wie de illusie heeft gekoesterd dat er na twee jaar coronabeperkingen in deze buurt iets fundamenteels zou zijn veranderd, is afgelopen weekend weer keihard met de neus op de feiten gedrukt. Het is net eind maart en het toeristenseizoen is nog niet eens van start gegaan. Traditioneel gebeurt dat pas met Pasen en dat valt dit jaar in het weekend van 16 en 17 april. Toegegeven, het was prachtig weer, maar als dit de voorbode is van wat ons de komende zomer te wachten staat, kunnen we onze borst natmaken.
Alle ingrediënten die het leven hier bij tijd en wijle schier ondraaglijk maken of in elk geval uiterst onaangenaam kwamen voorbij. Het begon al met de grote groepen mannen – handen in de zakken, T-shirt, korte broek – die op donderdagavond weer in grote getale ten tonele verschenen. Zelfs als je er bij in de buurt liep kon je ze niet verstaan met uitzondering van het woord fuck. Dat werd veelvuldig gebezigd en luid geventileerd. In elke zin minstens twee keer.
Ook Puur Events, ‘evenementen voor bedrijven met maximaal effect’, en lang niet gezien in de buurt, dook dit weekend weer op voor een potje leut en gein in deze buurt in plaats van voor hun eigen deur op de Nieuwezijds Voorburgwal. Ga daar maximaal scoren zou ik zeggen en laat ons met rust.
Leisteentjes
De uitgebreide terrassen waren overvol en luidruchtig waardoor we werden opgezadeld met iets waar we absoluut niet om gevraagd hadden: herrie van dronkenmannen die om 9 uur al achter een grote pot bier zaten. Wat geeft die lui eigenlijk het recht om mijn persoonlijke domein binnen te dringen? Want dat is natuurlijk precies wat ze doen, net als die toeterende en alom aanwezige boten die weer door de gracht klotsten.
Over toeteren gesproken: ook de trompet was weer volop terug. Voor elk terras stond weer zo’n kerel met z’n onafscheidelijke muziekinstrument de standaarddeuntjes af te raffelen om maar zo snel mogelijk z’n euromunten te kunnen incasseren. En vort maar weer, op naar het volgende terras.
Toppunt was wat dit betreft wel een meneer met een microfoon plus ijzersterke geluidsinstallatie die op zondagmiddag zo ongeveer de leisteentjes van de Oude Kerk afblies. Niet te harden herrie en onverstaanbaar gebrul, terwijl je hier niet eens muziek, want zo heette dit pokkenlawaai waarschijnlijk, mag maken. Hoe krijg je het in je botte hoofd.
Het resultaat van alle massale ongein van de avond en nacht ervoor was zondagmorgen terug te zien op straat. Het kostte de reiniging zo ongeveer hele zondag om de boel weer een beetje aan de kant te krijgen. Kunnen we de exploitanten die dit soort straatvervuiling veroorzaken niet dwingen om deze teringbende zelf op te ruimen? Het is toch te gek voor woorden dat de gemeente hiervoor opdraait.
Zo gaan we met angst en beven de zomer van 2022 tegemoet, de eerste zomer na de lockdown die bijna twee jaar lang rust en stilte bracht in deze buurt. Een zomer ook waarin alle hoop dat er iets zou zijn veranderd, definitief zal vervliegen zoals het er nu naar uitziet. Nee, die coronastilte hoeft voor mij niet terug te komen; ik hou van een beetje reuring. Maar ik ben bang dat het nu al weer is ontaard in ongecontroleerde bakken herrie en rotzooi die over ons worden uitgestort. En daar zit ik niet op te wachten.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland. Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.