Hij zit op de boombank en bekijkt z’n blote voeten. Langzaam tilt hij één been op en kijkt langdurig naar z’n tenen. Dan volgt het andere been. Dat patroon herhaalt zich tientallen keren. Ondertussen komt er een onsamenhangende stroom kreten uit z’n mond. Soms zit er een verstaanbaar ‘Fuck you’ tussen. Na een kwartier staat hij op en begint hij heen en weer te lopen. Soms loopt hij achter mensen aan die verschrikt omkijken. Even speelt hij met het deurtje van de vuilnisbak totdat hij het zat is en het met een keiharde klap dichtgooit.
Nee, hij heeft geen kwaad in de zin maar is wel ernstig ziek. De laatste maanden is het aantal mensen dat kan worden betiteld als gek of onaangepast weer hand over hand toegenomen op de Wallen. Het lijkt wel of alle psychiatrische en andere hulpinstellingen tegelijk hun deuren hebben opengezet. Als zoiets gebeurt, merken we dat onmiddellijk in deze buurt, één van de afvoerputjes van Nederland tenslotte.
Arme sloebers zijn het vaak, die zich gretig bukken om elk weggegooid peukje op te rapen. Ze zijn ook niet te beroerd om een bierblikje waar nog een slokje inzit, leeg te slobberen. Ze vallen op tussen de andere bankzitters vanwege hun kleding die vaalgrijs is geworden van het vuil. Soms hebben ze een deken om zich heen geslagen. Meestal zitten er geen andere mensen in hun directe omgeving: de stank is niet te harden.
Zembla
Het zijn vooral dit soort mensen die een gemakkelijke prooi vormen voor de handhavers of jonge agenten. Deze sloebers zijn amper bedreigend al was het alleen maar omdat hun fysieke conditie verre van optimaal is en ze vrijwel altijd in hun eentje zijn. Ze worden gecontroleerd en bekeurd; soms zelfs meegenomen naar het bureau. Makkelijk zat.
Aan de grote groep, de lawaaipapegaaien, de jongens met de tatoeages, de voetbalhooligans, lopen de handhavers snel voorbij, het vizier gericht op een onbestemde vlek in de verte. Ze zijn niet gek; daar gaan ze hun handen niet aan branden.
Dat het vooral deze groepen zijn die voor veel overlast zorgen, en niet die arme sloeber, weten ze natuurlijk donders goed. Het is alleen wat moeilijker om ze aan te pakken: de risico’s zijn een stuk groter. Zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet, lijkt hier het motto. Begrijpelijk, maar wat hebben wij als bewoners aan dit soort handhavers? Helemaal niks. Het zijn handhavers die niet handhaven.
Twintig jaar geleden was er een uitzending van Zembla: Wie is er de baas op de Wallen? Laten we het mild formuleren: enige verwondering is bij het terugkijken niet te onderdrukken. Waar het vooral op neerkwam in die uitzending uit 1996 was dat al die plannen van de gemeente best aardig zijn, maar dat je er verrekte weinig aan hebt als er niet wordt gehandhaafd.
Anno 2016 lijkt er wat dat betreft nog maar weinig verbeterd. Geen opgewekte conclusie aan het begin van de zomer en aan het eind van deze, voorlopig, laatste Uitkijkpost. Na de zomer is de Uitkijkpost weer open.