De diverse hulpdiensten die de stad kent, zijn kind aan huis op het Oudekerksplein. De politie natuurlijk, alhoewel je die soms dagenlang maar zeer sporadisch ziet. Het is alweer een aardig tijdje geleden dat ik heb gezien dat ze, zoals dat hier ten huize wordt genoemd, ‘een arrestantje’ afvoerden. De eerlijkheid gebiedt natuurlijk wel te zeggen dat ik ook niet de hele dag uit het raam kijk.
Controles van fietsers (fietsen mag hier niet) zijn er eens per jaar. Heel af en toe wordt er een drinkende gast op de boombank (drinken mag hier ook al niet) gesommeerd zijn blikje onverwijld in de afvalbak te deponeren. Verder lopen de agenten vooral over het plein op weg naar, ja naar waar eigenlijk?
Ook de ambulance komt hier regelmatig over de vloer. Vaak gaat het bij hun hulp om mensen, buitenlanders vooral, die onwel zijn geworden omdat ze een combinatie van (teveel) drank en (teveel) wiet hebben geconsumeerd. Of ze hebben andere verkeerde snoepjes genuttigd. De mannen en vrouwen van de ziekenauto weten daar over het algemeen wel raad mee. Meestal wordt de patiënt even de ziekenauto ingetild om na een half uurtje weer redelijk monter tevoorschijn te komen. In ieder geval zo op het eerste gezicht. Slechts heel af en toe moet de patiënt mee naar het ziekenhuis voor verdere behandeling.
Brandweer
De brandweer vertoont zich eveneens bijzonder vaak op het plein. De brandweermannen – vrouwen zie ik nooit – zijn hier nooit geweest om katjes uit de boom te halen voor zover ik weet. Wel om bomen om te zagen die dreigden om te vallen. Daar zijn ze zeer bedreven in, net als het via een ladderwagen afvoeren van een bedlegerige op de derde etage die dringend naar het ziekenhuis moet.
Eén keer was er echt brand. Dat was in de nacht van Oud en Nieuw dit jaar toen een bijgebouw van de Oude Kerk in de fik stond. De vlammen sloegen uit het dak. Ze waren hier snel. En massaal. De brand was dan ook vlot geblust.
Onlangs kwamen ze hier een paar keer om te oefenen. Slangen uitrollen, waterputten openmaken. Dat soort werk. Het ging allemaal nog niet crescendo. Maar ja, daarvoor oefen je.
Ze verschijnen hier ook elke week minstens één keer om een rondje te rijden. Laten we maar zeggen om te controleren of ze nog overal bij kunnen. Wat opvalt is dat vooral de zwoele zomeravonden favoriet zijn. Dan stappen de mannen ook geregeld uit de auto om te controleren of in de sloppen en stegen waar de dames staan een eventuele uitslaande brand snel kan worden geblust. Zullen we maar zeggen.
Ik was ze bijna vergeten, maar we hebben ook nog de gemeentelijke handhavers. Is dat wel een hulpdienst? Enfin, ik wil er ook niet al te veel woorden aan vuilmaken. Als je ze nodig hebt, zie je ze niet. Als je ze niet nodig hebt, wandelen ze om de haverklap over het plein. En ja, een arme sloeber durven ze nog wel om z’n legitimatie te vragen. Maar een grote groep beschonken Polen? Sorry, net druk met iets anders.