Het is de vroege lente. De bomen zijn nog kaal, struiken hebben geen blad. Nederland ziet er in dit jaargetijde op z’n morsigst uit. Ook onze buurt oogt nu niet op z’n voordeligst. Behalve kale bomen en ander ontbrekend groen is er echter nog veel meer mis. Alles lijkt hier afgeragd, treurig en armoedig, zelfs op een zonovergoten dag in februari.
Neem nu de Warmoesstraat. Nog niet eens zo lang geleden is het wegdek daar vernieuwd. Inmiddels ligt alles er weer schots en scheef. Een stoeprand steekt boven de voorganger uit, de opvolger lig een centimeter of drie lager. Of hoger. Stenen zijn uit het wegdek verdwenen, er zitten deuken in of hobbels. Tegels die om de vier meter de rode steentjes afwisselen, liggen los. Vuilnis, lege flessen en smerige vuilnisbakken complementeren het geheel.
De hele buurt zit van boven tot onder van de Prins Hendrikkade tot de Oudemanhuispoort en verder onder de graffiti. Overal zijn muren onder geklodderd, zelfs eeuwenoude monumenten zijn de dans niet ontsprongen. Met name deuren lijken een geliefd doelwit van onze zogenaamde grafittikunstenaars.
Plantenbakken, toch al niet het toppunt van schoonheid omdat de sprietjes groen zeer schaars zijn eind februari, zijn omgetoverd tot vuilnisbak. Het bekende werk: peuken, blikken, patatzakken. Hetzelfde geldt voor de geveltuintjes die er armetierig bijliggen. Ook hier kun je je beker, pizzadoos of dropzak prima dumpen.
Speciale vermelding verdienen ook de keldertrappen. Soms zijn de treden bedekt met een soort grijze prut afgewisseld met groen uitgeslagen, ja wat eigenlijk? Sigarettenverpakkingen, lachgasampullen, blikjes van diverse aard, papier en, jawel, poep: het is allemaal te vinden op de keldertrappen.
Toiletpot
Een algemeen probleem zijn de peuken die door de hele buurt verspreid op de grond liggen. Vooral de filtersigaret is duidelijk aanwezig. Althans, de restanten daarvan. Duizenden peuken. Kauwgom: hetzelfde laken een pak. Overal te vinden.
Maar ach, dat is slechts klein bier vergeleken met de stapel kussens langs de gracht en de in de steek gelaten toiletpot. Een verlate kerstboom en een apparaat waarvan onduidelijk is waarvoor het ooit is gebruikt sieren eveneens de wallenkant. Deed het ding ooit dienst als wasmachine? Ik heb geen idee.
Schakelkasten lijken bij uitstek in trek bij stickerplakkers. Het is een heel bonte verzameling van over de hele wereld. Er zijn kasten bij waar de oorspronkelijke kleur amper meer te achterhalen is.
En dan in de gracht. Sommige boten zijn geheel verdwenen onder het wateroppervlak. Alleen het kabeltje waarmee ze ooit aan de kade zijn bevestigd verklapt dat er een boot ligt. Andere boten zijn er in geslaagd het hoofd boven water te houden, maar verder te goor om aan te pakken. Op één schuitje ligt het karkas van een rijwiel half op het dek, half in het water. Plastic vuilniszakken, of gewoon Dirk- of Hema-zakken drijven her en der rond in onze grachten.
Dan hebben we het nog niet gehad over de kades die hoognodig onder handen moeten worden genomen en die zich nu in al hun naakte boomloosheid van hun lelijkste kant laten zien. Of de afgedankte fietsen die zijn vastgeklonken aan brugleuningen die best weer eens een verfje zouden kunnen gebruiken. De Paternostersteeg: ongetwijfeld de meest armoedige, afgeragde en treurigste steeg van Amsterdam is niet eens meegenomen in dit verhaal.
Armoedig, afgeragd, treurig dus: dat is het beeld op dit moment van deze, in principe zo schitterende buurt.
Ach, gezeur van een oude man natuurlijk. Het wordt tijd voor een positief verhaal. Ik beloof met de hand op mijn hart dat ik daar naar op zoek ga voor de volgende Uitkijkpost. Maar of het lukt?
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland. Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.