Met rotzooi kun je veel doen heb ik in de loop der jaren geleerd. Weggooien of iets schoon achterlaten is veel te simpel.

Natuurlijk kun je gewoon je plastic zak naast de vuilnisbak gooien in plaats van erin. Met een beetje fantasie en half toegeknepen ogen kun je de volgende morgen van alle troep rond de vuilnisbak wel een abstract schilderij maken. Maar dan moet je wel een beetje je best doen, anders blijft het gewoon vieze zooi die mensen op straat hebben gedropt die te lui waren om het in de vuilnisbak te gooien. Maar veel leuker is het om het in een bakfiets te kieperen natuurlijk. De bakfiets als alternatieve prullenbak.
Ook kun je zo her en der wat klodders graffiti op monumentale panden achterlaten. Een beetje op het kozijn, een restje op de stenen, dat werk. Wel verschillende kleurtjes gebruiken natuurlijk. Als het donker wordt en je kijkt niet al te scherp dan lijkt het zowaar alsof er een groot insect tegen de gevel staat.
Maar dat kan uiteraard beter. Veel beter.
Zoals die drie jonge mannen die zich naar de plaskrul begeven. In je naïviteit denk je eerst nog: keurig om daar te gaan wateren. Maar in plaats van in de krul kun je natuurlijk ook met z’n allen tegelijk aan de buitenkant tegen de krul aan gaan staan plassen. Dat is weer eens wat anders.
Mayonaise biedt ook grote mogelijkheden. Je doopt je handen in het goedje en smeert dat vervolgens lekker uit over de ramen van winkels, hoerenkasten, huizen en kantoren waar je langs loopt. Het liefst wel in één lijn vegen zodat duidelijk is dat er sprake is van continuïteit in het werkstuk. In plaats van mayo is ketchup zeker zo leuk trouwens. Of satésaus op de brugleuning. Ook dat levert een aardig effect op als mensen erin grijpen.

Eend
Bierblikjes dan. Die kunnen vanzelfsprekend heel inspirerend zijn. Je kunt ze allemaal op de spijlen van het hek prikken. Tien van die blikjes op een rij, is best wel geinig, zeker als ze een verschillend kleurtje hebben.
Je hebt geen trek meer in je bakje bami? Dan kun je het zo in de vuilnisbak kieperen. Een veel aardiger idee is de slierten uit het bakje te plukken en die zorgvuldig over de bank draperen. Net een klein tapijtje. Het is helemaal geslaagd als er half- of geheel dronken lui middenin gaan zitten.
Ook niet gespeend van creativiteit is het achterlaten van een halflege zak friet op een luifel boven een caféterras. Het enige dat dan nog nodig is, is een beetje wind. In combinatie met wat water geeft dat grappige effecten.
Een al enigszins verminkte fiets verder mishandelen kan ook altijd nog. Op z’n kop zetten op de banden leeg laten lopen is het minste. Aanzienlijk leuker is het zadel eraf slopen, de draden van de handremmen eraf trekken of het wiel aan gort trappen.
Zo langzamerhand zijn we aangeland bij het meest creatieve wijze van omgang met troep. Dat begint met het vangen van een eend. Niet zo moeilijk als je denkt want ze bevolken hier massaal de grachten en staan half slapend op de rand van bootjes. Vastpakken en friet door z’n strot duwen. Als je daarmee klaar bent, is het alleraardigst om je vette handen af te vegen aan de eend. Liefst met ketchup of mayo natuurlijk. Enig toch?

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.