'Jij schrijft zo slecht over onze buurt, we moeten elkaar maar niet meer groeten.' Ik kreeg het afgelopen zaterdagmorgen te horen en ik was te verbouwereerd om nog wat te vragen. Natuurlijk begreep ik onmiddellijk waar het over ging: het stukje dat ik samen met iemand anders had geschreven in de buurtkrant.
Dat stukje was een waarschuwing aan het adres van het nieuwe college van B en W, dat er na de verkiezingen van vorig jaar qua politieke samenstelling fundamenteel anders uitziet. Er stond in dat ze daar op het stadhuis best hun eigen politieke agenda mogen uitvoeren, maar dat ze vooral Project 1012, genoemd naar de postcode van dit gebied, niet moeten vergeten. Dat Project werd in 2008 door Lodewijk Asscher opgestart met als primair doel de criminaliteit en de criminele infrastructuur in het Wallengebied aan te pakken.
Ik ga nu niet in op details, maar dat het hier niet alleen een leuke en gezellige boel is, blijkt wel uit een aantal onderzoeken, bestuurlijke maatregelen en justitiële veroordelingen. Voor wie het niet gelooft: zoek maar eens op internet op de trefwoorden Bibob, Emergo-rapport (“de gezamenlijke aanpak van de zware (georganiseerde) misdaad in het hart van Amsterdam”, mei 2011), Schone Schijn (“De signalering van menshandel in de vergunde prostitutiesector” juli 2008) en Sneep-bende.
Werkelijkheid
Op basis van al deze en tal van andere feiten kan ik niet anders dan concluderen dat hier op de Wallen het een en ander loos is. Als ik daarover schrijf, maak ik de buurt zwart, wordt me toegevoegd. Maar ik ben niet verantwoordelijk voor die zwarte kant van de buurt, want ik handel niet in vrouwen, ik was evenmin wit en zit ook al niet in allerlei schimmige bv's . Wat ik wel doe is, als hier iets loos is, erover schrijven. Dat lijkt me als journalist vrij normaal: je kunt niet doen alsof een deel van de werkelijkheid niet bestaat.
En heus, ik wil er best over ophouden als ik overtuigd word van mijn ongelijk. Als mensen het niet met me eens zijn, wil ik daar best een discussie over voeren. Overdrijf ik? Oké, ik laat me graag overtuigen van het feit dat ik dingen fout zie en ben ook niet te beroerd dat te erkennen. Maar in die bijna twintig jaar dat ik hier nu woon heb ik het nog nooit meegemaakt dat over deze materie een fatsoenlijk gesprek was te voeren.
'Prostitutie is in Nederland een legale bedrijfstak, maar heeft wel aantrekkingskracht op “verkeerd volk”'. Nee hoor, dat heb ik niet verzonnen, het zijn als ik Het Parool van zaterdag 8 augustus mag geloven en waarom zou ik dat niet doen, de letterlijke woorden van Ton Schut en Florian Alberts, verantwoordelijk voor de contactsites voor prostituees Sexjobs.nl en Kinky.nl.
Het wordt tijd voor een nieuwe serie “Kijken in de ziel”. Niet rechters zijn in die serie de personen die ons eenvoudige burgers een kijkje geven in hun ziel, maar bordeelhouders en raamexploitanten. Ik vrees dat we er nog lang op zullen moeten wachten.