‘We staan hier bij de Oude Kerk. Die is gebouwd omdat er veel zeelieden kwamen in Amsterdam. Als ze zo lang op zee waren geweest, hadden ze behoefte aan vertier en gingen ze naar de kroegen en bordelen. De volgende dag hadden ze daar natuurlijk spijt van. Om ze dan de mogelijkheid te geven om te biechten, is deze kerk gebouwd.’

Dagelijks hoor ik dit onzinverhaal als er weer eens een groep voorbijkomt en groepen komen hier altijd voorbij, zomer of winter, regen of zon. Dus meld ik me maar eens aan voor een tour die start vanaf de Dam. De wandeling wordt geleid door Kiel, en Kiel komt uit…Australië. Ik beeld me in dat ik rondleidingen zal verzorgen in Sydney, maar duw die gedachte ver weg. Kiel gaat ons vertellen waarom de Nederlanders zo lang zijn en waarom ons vorstenhuis het duurste ter wereld is, maar voor het zover is, ben ik al afgehaakt. Zelf is hij hier via Schotland terechtgekomen waar hij een aantal jaren woonde, ‘maar nu geen woord over Guinness of whisky’, belooft hij.

Eerst maakt hij een rondje langs de groep. Waar komt iedereen vandaan? Dat blijkt vooral Europa, en Amerika te zijn met een enkeling uit Pakistan. Dan begint het echt: ‘Zevenhonderd jaar geleden is Amsterdam gesticht.’ Zozo. Recent archeologisch onderzoek toont aan dat hier al duizenden jaren mensen wonen, maar de eerste schriftelijke bron dateert uit 1275. Inderdaad een dikke zevenhonderd jaar geleden.

Conservatieven

In sneltreinvaart schieten we door de geschiedenis en dat doet hij verder helemaal niet slecht, maar een kwartier later staan we nog steeds op de Dam. Dan gaan we via Damstraat – druk, druk druk – en Stoofsteeg naar de Oudezijds Achterburgwal, de eerste stop. Kiel vertelt dat het Red Light District ook al zevenhonderd jaar bestaat. En hij vertelt over de dag dat hij op het strand van Noordwijk lag en een vrouw naar hem zwaaide. Hij er naartoe. ‘Je komt elke dag langs mijn raam op de Wallen’, vertelde ze hem. ‘Zo open zijn the Dutch. Zo gewoon zijn ze ook, die vrouwen achter het raam. Het is nu eenmaal hun baan. Ze hebben kinderen, een echtgenoot.’

Natuurlijk komt ook het verhaaltje dat de gemeente de ramen wil sluiten. ‘Dat is niet goed’, zegt Kiel, ‘want dan kunnen de vrouwen nergens heen.’ Van internet heeft Kiel kennelijk nog nooit gehoord kennelijk. En het sluiten van de ramen, dat zijn ideeën van conservatieven. ‘Kom dan niet naar deze buurt’, is zijn welgemeende advies.

Via de Bethaniënstraat gaan we naar de Kloveniersburgwal, stop nummer 2, en tevens de laatste halte in het oudste deel van de stad. Daar stellen we ons op bij het Bushuis, het voormalige hoofdkwartier van de VOC. Ze verdreven de Portugezen, die met één schip tegelijk naar Indië gingen; de Nederlanders gingen met een hele vloot, een stuk slimmer volgens onze Australische vriend.

‘Alle gebouwen die je hier ziet, zijn nog de originele gebouwen van de Gouden Eeuw’, legt Kiel uit. Helaas geldt dat nu juist net niet voor het Bushuis dat eind negentiende eeuw werd gebouwd.

‘The Dutch like to keep things simple.’ Zeker Kiel, maar nou ook weer niet zo simpel.