Maandagmorgen.
Het is een enorme bende op de Wallen. Overal ligt vuil. Blikjes, plastic bekers, patatzakken, pizzadozen. Vuilnisbakken zijn opengebroken voor flesjes en statiegeldblikjes. De rest van de rotzooi ligt om de bak gedrapeerd. Daar komt nog het huisvuil bij. De lokale meeuwenkolonie is er ook dit keer in geslaagd een groot aantal zakken open te pikken. De straat ligt bezaaid met wc-papier. Althans, zo ziet het eruit, maar het kunnen ook resten keukenrol zijn.
Maandagmiddag.
Alle begin is moeilijk. Maar niet voor Britten die willen zingen. De middag is nog geen uur oud en ze zijn ze alweer lekker op dreef. Het geblèr is niet van de lucht. “Hé ha hé ha” en meer van dit soort diepzinnige teksten komt uit hun al met bier gesmeerde kelen. Ze klappen er min of meer ritmisch bij in hun handen en schreeuwen tussen het gezang door. Veel fucking dit en fucking dat. Om de twee woorden. Anderhalf uur later zijn ze nog lang niet klaar maar de teksten van de liederen zijn niet veranderd.
Zondagmiddag.
In de middag duikt er een nieuwe muziekgroep op. Nu eens niet zoals gebruikelijk een toeteraar en een man met een trekzak, maar acht als een soort middeleeuwse Spanjaarden verklede mannen met gitaren, tamboerijn en gezang. Nog nooit gezien in deze buurt. Na twee nummertjes gaan ze langs met de muts en verdwijnen ze weer.
Zondagavond.
Laat in de avond loopt een stelletje voorbij, compleet met krijsend kind. Nog later komt er een vrouw met hoofddoek langs, kind hangend over mama’s schouder. Schreeuwende kids om haar heen. Papa kijkt niet naar ze om. Hij heeft geen tijd en is te druk met hoeren kijken.
Even verderop staan jonge mannen op ronkende motoren stil, draaien vervolgens de gashendel open. Scheurend geluid. Angstaanjagende herrie. Intimiderend.
Piemeltjes
Terug naar maandagmorgen.
Meisjes staan met gekruiste benen en kunstmatig glimlachje op de brug bij de Oude Kerk naast de versierde fietsen en maken selfies. Of foto’s van elkaar. Voortdurend. Aan de lopende band. Continue. Een luidkeels schreeuwende gek die voorbij komt boezemt ze zichtbaar angst in. De rommel deert hen niet.
Er komen stoere jongens voorbij. Een groep van een man of acht dus ze maken veel kabaal. Noord-Hollanders. Scheppen op over hoe goed ze de buurt kennen. Tattoos op benen, borst en in de nek. De leider beslist waar ze heen gaan. Binnen een uur lopen ze drie keer over het Oudekerksplein.
Nog altijd maandagmiddag.
Zes vrouwen met o zo koddige, wiebelende piemeltje op hun hoofd staan rond Belle geschaard. In hun hand een groot boek. Na drie minuten net niet verstaanbaar maar o zo hoorbaar delibereren, lopen ze door richting Oudezijds Voorburgwal. En alsof de duivel ermee speelt passeren er even later mannen waarbij de bruidegom is gekleed als bruid. Verdomde origineel natuurlijk. Nooit eerder gezien ook.
Zo glijden we de nieuwe week in. Een impressie. Niks bijzonders eigenlijk.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland. Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen.