De bierfiets mocht sowieso al niet meer op de Wallen komen, maar nu wordt ook de straatmuzikanten de toegang ontzegd. Voor buitenstaanders is het vaak moeilijk te begrijpen dat zoiets als straatmuziek moet worden verboden. ‘Da’s toch gezellig’, wordt er dan gezegd. Ja, als je er twee minuten naar luistert en dan weer lekker kunt doorlopen misschien wel. Niet als je verplicht iedere dag vier keer het hele repertoire moet aanhoren.
Nu dus eindelijk niet meer dag-in-dag-uit vier keer per etmaal No woman no cry of anderszins herrie van koperblazers, fluitisten en bongospelers die altoos hetzelfde riedeltje afdraaien. In menig huiskamer in de buurt zal een luid gejuich zijn opgegaan. De voorzitter van stadsdeel Centrum, Boudewijn Oranje, meldde dat er 46 klachten waren binnengekomen, maar hij beschouwde dit slechts als het topje van de ijsberg. Nou meneer Oranje, ik kan u verzekeren, het gaat hier niet om het topje van de ijsberg maar van om het topje van het ijsgebergte.
Zelden heb ik zo vaak van zoveel mensen gehoord dat ze het spuugzat waren, al die muziekmakers voor hun deur. Dat begon vaak al ’s morgens en jengelde en zeurde dan maar door tot diep in de avond of zelfs het begin van de nacht. Officieel mochten ze er maar een half uur staan. Dat werd al gauw een uurtje en als de één weg was, stond de volgende alweer te trappelen om z’n creatieve geluidkunst te laten horen. Wat moet je dan als bewoner? Die anderhalve handhaver mailen of bellen tussen negen en vijf? De politie? Dat ben je snel zat als er toch amper wordt gereageerd en de volgende dag alles weer van voren af aan begint.
Hutje
Grappig is wel dat Boudewijn Oranje die nu de straatmuzikanten verbiedt een partijgenoot is van wethouder Openbare Ruimte Abdeluheb Choho. Beiden zijn van D66. De laatste vindt, zoals hij deze zomer in het Parool meldde, ‘dat geluid nu eenmaal bij de stad hoort’ en dat ‘overlast een kwestie van perceptie is.’ Lijken me gezellige partijbijeenkomsten, die van D66.
Maar zijn we er dan, als we de bierfietsen en de muzikanten eruit gooien? Nee, natuurlijk niet, want we hebben het nog niet gehad over de immense groepen die hier worden rondgeleid en die alles blokkeren, de vuilnisterroristen, de ongemanierde fietstaxi’s, wildpissers en de veel te grote vrachtwagens die door de buurt knallen. Om eens wat te noemen. Want de vraag waar het allemaal om draait is natuurlijk: hoe houd je de Wallen die alsmaar meer toeristen op bezoek krijgt, ook leefbaar voor de buurtbewoner?
Als mensen dat vertrutting willen noemen: mij best. Velen schijnen nu eenmaal te vinden dat als je ervoor kiest om hier je domicilie te kiezen, je alles, maar dan ook alles, moet accepteren. Dat weet je toch, als je op de Wallen gaat wonen?
Heus, ik weet dat het geen hutje op de hei is. Dat wil ik ook helemaal niet. Dat lijkt me uitermate saai zelfs. Maar mag ik alsjeblieft nog wel ergens een grens trekken? Daar moet de discussie ook over gaan: waar ligt de grens, wat is nog wel acceptabel en wat niet en waarom?