Hij staat er al eeuwen en is een baken van stabiliteit op de Wallen: de Oude Kerk. Hoe de buurt ook verandert, de Oude Kerk blijft altijd zichzelf. Elke zondag opnieuw gaan de deuren open en stromen de kerkgangers toe. Het is nog maar een kleine kudde, misschien wel net zo klein als in het begin in de dertiende eeuw.
Hoe oud de Oude Kerk precies is? Niemand die het weet. Zeker is dat het godshuis in 1306 werd ingewijd door de bisschop van Utrecht. Hij doopte hem en noemde hem Nicolaas, naar de vierde-eeuwse bisschop van Myra in Turkije, toen het christelijk geloof nog maar amper de grenzen van het Beloofde Land was overgestoken.
In al die jaren is er veel gebeurd met de Oude Kerk. Boeken zijn er over volgeschreven. Over hoe de kerk van gedaante veranderde, hoe er steeds meer kapellen bij werden gebouwd. Over de Beeldenstorm waarbij alles kort en klein werd geslagen. En natuurlijk over de Alteratie van 1578, toen de protestanten de kerk van de gehate papen overnamen. ’tMisbruyck in Godes Kerck allengskens ingebracht, is hier weer afgedaen in ’tjaer seventich acht’, staat er nog altijd in het koor van de kerk geschreven.
De kerk was niet alleen een godshuis, het was ook de huiskamer van Amsterdam. Inwoners van de hoofdstad ontmoetten elkaar hier, vissers boetten er hun netten. Jarenlang werd het ook gebruikt als het geheugen van Amsterdam, de plek waar de gemeente zijn archief bewaarde.
Bliksemflits
Honderden, duizenden notabelen en vooraanstaande burgers liggen hier begraven. Zoals Frans Banning Cocq, ooit burgemeester van Amsterdam en een man die iedereen kent omdat hij de centrale figuur is op De Nachtwacht, het beroemdste schilderij van Nederland. Maar ook Rembrandts grote liefde ligt hier, Saskia van Uylenburgh. 29 jaar werd ze. Elk jaar op 9 maart als de eerste zonnestraal op haar graf valt, wordt de muze van Rembrandt herdacht met een zonne-ontbijt.
De zeventig meter hoge toren domineert de Wallen zoals de Eiffeltoren Parijs. Elke week strooit het carillon twee keer zijn klanken uit over de stad. In de zomer speelt er een trompettist mee die met zijn bootje in de gracht ligt. Een duet op de Wallen. En één keer per jaar, op 27 oktober, hangt de vlag van Amsterdam in top als de stad z’n verjaardag viert.
En toch ontbreekt dit oudste gebouw van Amsterdam dat een vaste plaats bezet in de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, in de canon van de hoofdstad. Dit tot grote ergernis van veel Amsterdammers voor wie de Oude Kerk het centrum van de wereld is.
Maar het zal de kerk zelf niet deren, want als al die mensen die hebben besloten dat de Oude Kerk niet tot de canon behoort al lang en breed dit aardse tranendal hebben verlaten, zal de Oude Kerk nog altijd overeind staan midden op de Wallen. Fier en onaantastbaar.
En ach, wat zijn dan die vier weken dat De Uitkijkpost niet zal verschijnen: een knip van de vingers, een bliksemflits die even de hemel doet oplichten, een tel slechts.