Ooit een gerenommeerd sekstheater vermomd als kerk, nu een huis waar keurige burgers wonen.

In de Nederlandse media wordt er voor het eerst melding gemaakt van de Satanskerk in de Telegraaf van 6 december 1971. De Duivelskerk zoals de de kerk dan nog wordt genoemd, is op dat moment gevestigd aan de Keizersgracht maar wordt al wel geleid door Maarten Lamers die ook betrokken was bij de Nederlandse versie van de musical “Oh! Calcutta!”.

Het artikel is – uiteraard zou ik bijna zeggen – van de hand van Henk van der Meyden, medewerker showbusiness van de krant van wakker Nederland. In het van hem bekende brakke Nederlands schrijft hij: ‘Jonge priesteressen liepen in zwarte pijen met weinig kleding er onder.’ En hij laat Lamers zeggen: ‘Ik heb me altijd al geïnteresseerd voor occulte wetenschap en met name voor de Duivelskerk en de heksensabatten.’

Maar Van der Meyden ook niet gek natuurlijk, komt wel tot de conclusie dat het vooral een commerciële aangelegenheid is en dat de “showbusiness” van Lamers niets met kerk of religie te maken heeft, maar des te meer met seks.

Voordat Lamers met de Satanskerk startte die zich in 1972 vestigde op de Oudezijds Voorburgwal, was hij al bezig met seksshows die hij vooral als “cultuur” bestempelde. Maar dit keer maakte hij er serieus werk van. Hij noemde zijn kerk de Grotto Magistratis en de abdij die aan zijn kerk was verbonden de Abdij van de Zuster van de Heilige Walburga. Zelf was hij daarvan uiteraard de hogepriester getooid met de titel Lamers Magister.

Justitie

De zusters van zijn kerk waren vooral bedreven in de kunst van het vaginaal pellen van bananen en het “offeren” van blote meisjes. Hij had voor zijn seksclub echter de vorm gekozen van een kerkgenootschap en dat was slim want daardoor genoot hij belastingvrijdom. Ook de drank- en horecawet wist hij te ontduiken door geen drank te verkopen maar door glazen te verhuren. Die glazen werden dan regelmatig bijgevuld met drank.

Eén van de dames die werkte bij de Satanskerk was het voormalig Amsterdamse PvdA-raadslid Karina Schaapman, tegenwoordig vooral bekend als maker van “Het Muizenhuis”. ‘Ik ben zuster Karina, welkom in de Walburgabdij, de kerk van Satan’, begroette ze nieuwe gasten.

Lange tijd gaat het goed maar midden jaren tachtig valt de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) zijn zaak binnen en is het spel uit. Lamers moet tien miljoen gulden achterstallige belasting betalen en vlucht naar Frankrijk en Monaco. Daar zet hij een 06-sekslijn op en schaft hij zich een kasteel aan.

Maar hij houdt het er niet uit en als hij op de opsporingslijst van Interpol verschijnt meldt hij zich in 1997 alsnog bij de Nederlandse justitie. Hij draait een maand de bak in en sluit een deal met de belastingdienst voor de somma van één miljoen gulden. Na nog een klein akkefietje met de Franse overheid in 2004 is Lamers uit de publiciteit verdwenen.

Het pand waar hij ooit zijn sekstheater vestigde is er nog altijd en ligt recht tegenover de Oude Kerk. Op de gevel is een kunstzinnige tulp geconstrueerd met daaromheen de tekst “Al nut Al nyet”. Inmiddels wonen er keurige mensen en herinnert ook in het huis zelf niets meer aan de duistere dagen van de Satanskerk.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.