In de vensterloze hal staan veertig klapstoeltjes opgesteld op de stenen vloer, keurig in het gelid. Links in de hoek van de hal op formicatafels een paar grote thermoskannen met koffie en thee. Op een schaaltje ernaast een stapeltje stroopwafels. Vier tl-bakken zetten alles in een genadeloos licht.

Bij elkaar zijn er zo’n twintig mensen op de bijeenkomst afgekomen. De helft van de stoeltjes blijft daarom onbezet. Iemand heeft iets fout gedaan wordt er gezegd waardoor de uitnodiging voor deze voorlichtingsavond niet bij alle buurtbewoners in de brievenbus is gegleden. ‘Heel jammer.’

Zelden hebben de gemeenteambtenaar, de aannemer, de architect en de vertegenwoordiger van het grootwinkelbedrijf het zo makkelijk gehad als vanavond. Bij de lichtbeelden kunnen ze in alle rust hun verhaal vertellen. Natuurlijk zijn er vragen. Een man met fladderende, grijze haren stelt zelfs veel vragen. Over de verbouwing. Ja, die gaat overlast opleveren. Vanzelfsprekend zal de herrie zoveel mogelijk worden beperkt. Maar er zijn vooral vragen over hoe de nieuwe zaak zal worden bevoorraad. Dat gaat gebeuren via de smalle steeg aan de zijkant van het gebouw. Ja, daardoor zal de straat soms zijn geblokkeerd. En zeker, we gaan kijken naar aanvoer over het water.
Maar niemand vindt het erg dat dit godshuis wordt omgetoverd in een supermarkt. Het klooster dat hier ooit huisde is immers al zes jaar ter ziele en terugkomen zal het toch niet meer.

Bier

Tot 2009 waren de zusters Augustinessen van St. Monica hier op de Warmoesstraat 159 heer en meester. Hun naam ontleenden ze aan de moeder van één van de belangrijkste christelijke kerkvaders, Augustinus van Hippo die leefde van 354 tot 430. De zusters, die ’s zomers in het wit gekleed gingen en ’s winters in het zwart, waren bij de thuis- en daklozen van de buurt vooral bekend omdat ze dagelijks vanaf half twaalf brood uitdeelden, een gebeurtenis waar menig zwerver reikhalzend naar uitkeek. Niet alleen verstrekten de zusters brood, ze vingen ook vrouwen op uit de prostitutie. Met kind en al als dat nodig was.

Velen pinkten dan ook een traantje weg toen de zusters die er al vanaf 1952 woonden, een paar jaar geleden aankondigden dat ze zouden vertrekken. Maar het was niet anders: de zusters werden oud en jonge meisjes hebben tegenwoordig heel andere ambities. De buurt restte niets anders dan treuren en berusten.

Nu wordt het klooster dan verbouwd tot supermarkt. Waar ooit door vrome vrouwen gebeden ten hemel werden gezonden, zal vanaf volgend jaar de kassa rinkelen en bier worden verkocht. Dan kunnen de Wallenbewoners voor dagelijkse boodschappen ook terecht bij Dirk en zijn ze niet meer aangewezen op Albert Heijn, de absolute monopolist tot in de verre omtrek.

Gejuicht werd er net niet, maar iedereen was positief. Dat gebeurt niet vaak in deze buurt waar altijd wel een paar notoire dwarsliggers zijn. Niemand die boos werd, niemand die het ‘onaanvaardbaar’ uitsprak. Er was zelfs ruimte voor een kwinkslag toen de gemeentevoorlichter de vertegenwoordiger van Dirk de suggestie aan de hand deed, de naam te veranderen in Dirq. Uiteraard was dat een knipoog naar de hippe winkel Marqt. Maar nee, dat was Dirk toch wat al te gortig. ‘Dirk blijft gewoon Dirk’, zei de supermarktman. ‘Ook al zitten we nu bijna op de Dam.’